Zaak-Westenberg escaleert: partijdige rechter?
TELEFOONGESPREK VAN TIEN JAAR GELEDEN CRUCIAAL IN ZAAK ROND OMSTREDEN RECHTER
Topadvocaat Hugo Smit (Simmons & Simmons Trenite): “President Westenberg belde me op kantoor terug na een procedureel gesprek dat ik had met zijn griffie. Hierbij vertelde hij me niet alleen dat hij ‘geen behoefte had aan mijn pleidooi’, maar ook dat hij uitvoerig over de zaak had gesproken met de advocaten van mijn wederpartij die hij ook bij naam noemde. Hij beschreef dat als een vorm van ‘mediation’ die zou passen bij een ‘moderne rechter’. Toen het gesprek klaar was zat ik verbijsterd op mijn stoel.” Westenberg, vice-president van de rechtbank in Den Haag: “Dat gesprek heeft nooit plaatsgevonden. Ik heb Smit niet teruggebeld” Smit: “Mijn secretaresse kan getuigen.”
Het conflict tussen enenzijds Westenberg en anderzijds Hugo Smit en journalist Micha Kat over een passage in het boek ‘Topadvocatuur’ waarin Smit Westenberg ervan beschuldigt voor een cruciale zitting in de Chipshol-zaak uitvoerig te hebben getelefoneerd met zijn wederpartij is vrijdag 8 oktober ernstig vescherpt. Die ochtend vond er op de rechtbank te Rotterdam een comparitie plaats.
(zie ook de eerdere stukken over deze uitgebreide zaak waarin voor het eerst in de Nederlandse juridische geschiedenis de vermeende partijdigheid van een rechter inzet is van een geding).
In zo’n comparitie wil de president die de zaak behandelt een ‘verkenning’ uitvoeren en partijen waar mogelijk tot elkaar brengen. Van dat laatste kon geen sprake zijn. Reeds aan het begin van de marathon-zitting (bijna vier uur) bleek dat Smits poging de zaak te ‘downplayen’ door erop te wijzen dat Kat hem verkeerd zou hebben geciteerd resp. verkeerd zou hebben begrepen strandde: Kat had een email in het geding gebracht waaruit bleek dat de omstreden passage nota bene door Smit zelf aan hem was gedicteerd. Tijdens een langdurige schorsing werd op de gang overlegd over een schikking in de vorm van een tekst in het Advocatenblad waarin aan de ene kant duidelijk zou moeten worden dat Kat Smit correct heeft geciteerd, maar aan de andere kant elke twijfel over de onpartijdigheid van Westenberg zou moeten worden weggenomen. Dit bleek echter een onhaalbare kaart, temeer daar Kat (die buiten het schikkingsoverleg werd gehouden) ook via zijn advocaat te kennen gaf dat hij elke mogelijke figuur waarbij zijn integriteit als journalist en de kern van de boodschap in zijn boek (‘Westenberg was partijdig’) in twijfel zou worden getrokken zou gaan aanvechten, daar immers het bewaken van de integriteit van de rechterlijke macht voor hem als juridisch journalist een ‘kerntaak’ is. Volgens Kat kon er nu niet meer aan worden ontkomen om de werkelijke gang van zaken (heeft Westenberg nu wel of niet gebeld?) vast te stellen aan de hand van getuigen; het station van de ‘polderoplossingen’ was volgens hem nu ruim gepasseerd.
Dit lijkt nu ook te gaan gebeuren; na deze comparitie volgt repliek zijdens Westenberg, dupliek van de kant van Smit en Kat waarna partijen hebben aangekondigd pleidooi aan te zullen vragen. In de tussentijd zullen er achter de schermen nog wel gesprekken plaats vinden tussen Smit, vertegenwoordigd door Knijff van De Brauw, en Westenberg, vertegenwoordigd door Boukema van Pels Rijcken. Tijdens de comparitie werd Smit vergezeld door een van de voorzitters van zijn kantoor dat er alles aan gelegen is deze escalatie in het conflcit tussen een van zijn partners een een toprechter zo snel mogelijk uit de wereld te hebben.
Saillant is nog het volgende: bij de comparitie waren ook mensen aanwezig van Forward, de tegenstanders van Chipshol in de procedure in kwestie die dus door Westenberg bevoordeeld zouden zijn. Een van hen was de advocaat van Forward, T. de Greve van Stibbe. Na de zitting werden Westenberg, Boukema, De Greve en een commissaris van Forward hevig ‘confraternerend’ aangetroffen in de coffeeshop van de rechtbank. Toen journalist Kat ze indringend aankeek en naar ze toe kwam lopen, renden Westenberg en Boukema ogenblikkelijk met rode hoofden de rechtbank uit.