Zaak-Westenberg: de medeplichtigen
Stel: een hoge rechter is corrupt. Je kunt vonissen bij hem ‘bestellen’ tegen een vette fee of -nog stuitender- procespartijen mochten bij deze rechter zelf hun eigen vonnissen schrijven die de rechter vervolgens uitsprak! Hypothetisch dat laatste, natuurlijk, alhoewel…. het heeft er alle schijn van dat dit in Belgie aan de orde is geweest! Haha, altijd weer die Belgen….. Maar stel nou eens even dat er ook in Nederland een rechter rondliep die corrupt was en je wilde daar iets tegen ondernemen… wat doe je dan? Wie biedt? Je schrijft brieven. In de zaak-Westenberg, de corrupte rechter die vrijdag is ontslagen, zijn diens ‘superieuren’ bij herhaling gewezen op de ontoelaatbaare gedragingen van de Haagse vice-president maar in plaats van deze te onderzoeken richtte de woede van magistraten als Van Delden en Hofhuis zich tegen de klokkenluider! Hiermee komen de Haagse rechtbank zelf en de Raad voor de Rechtspraak nadrukkelijk in beeld als medeplichtig. Dit zijn de feiten:
Op 8 juli 2005 is de toenmalige voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak Bert van Delden aangeschreven over corrumperende nevenactiviteiten van Westenberg. Op dat moment financierde de Raad de procedures van Westenberg tegen Kat en Smit. Er werd niets met deze brief gedaan. Hij werd zelfs niet beantwoord. De Raad bleef Westenberg financieren in zijn noodlottige kruistocht.
Dit verbaast eens te meer omdat van Delden reeds in 1994 op de hoogte werd gebracht van het ‘extreme gedrag’ van Westenberg in de Chipshol-zaak zoals te lezen is in de brieven (de pdf’s) onderaan deze link. Ook in 1997 werd Van Delden aangesproken op zeer verdacht gedrag van Westenberg, opnieuw in de Chipshol-zaak zoals hier beschreven.
Op 28 november 2005 werd een WOB-verzoek ingediend om duidelijkheid te krijgen over de wettelijke basis voor het financieren van Westenberg in zijn procedures met gemeenschapsgeld. Het WOB-verzoek werd afgewezen.
Op 3 mei 2006 schrijft diezelfde Van Delden aan het lid van de tweede kamer J. de Wit (SP) die vragen over de zaak stelde dat ‘het gedrag van Kat niet door de beugel kan’. Op dat moment had Kat in eerste aanleg reeds van Westenberg gewonnen.
Op 30 mei 2006 schrijft de Raad voor de Rechtspraak (nog steeds Van Delden) over het voor Kat winnende vonnis van december 2005 dat ‘de Raad en de Haagse rechtbank het daarmee op onderdelen niet eens zijn’.
Dit is te stuitend voor woorden! Om de corrupte rechter te kunnen blijven beschermen worden zelfs vonissen van rechters op de schroothoop gegooid! En dat door de (voorzitter van de) Raad voor de Rechtspraak zelf die vanaf 1994 reeds vijf keer de meest alarmerende informatie had ontvangen over Westenberg!
Conclusie: het is in Nederland niet mogelijk iets te ondernemen tegen een corrupte rechter. Sterker: de aangever wordt als bij reflex belachelijk gemaakt. Maar ze krijgen hun bekomst, de ‘hoge heren’! Want de ‘Belgische situatie’ waarin procespartijen hun eigen vonnissen konden schrijven is minder far out dan we denken. Veel minder.