Strafvervolging Cerfontaine en Schultz van Haegen
PG’s LEGGEN BEVOEGDHEID BIJ PARKET HAARLEM
Op 15 juni deed gebiedsontwikkelaar Chipshol aangifte tegen Schiphol-directeur Cerfontaine en staatssecretaris Schultz van Haegen. De aangifte betreft ambtsmisdrijven: misbruik van gezag en het opzettelijk verspreiden van onware gegevens. Dit laatste betrof een onderzoek van de (strikt partijdige) Luchtverkeersleiding Nederland als zouden de gebouwen van Chipshol de radarfunctie van de landingssystemen van de vliegtuigen verstoren. Later wees onafhankelijk onderzoek uit dat dit absolute kul is. Het misbruik van gezag slaat vooral op Schultz: zij zette de gemeenteraad van Haarlemmermeer onder enorme druk Chipshol te dwarsbomen en gaf daarvoor zelfs financiele vrijwaringen. Op 30 juni reageerde het College van procureurs-generaal op de aangifte.
Dit schreef het Hoofd Bestuurlijke en Juridische Zaken van het College van PG’s G. Munnichs aan Chipshol:
Uw brieven d.d. 3 en 6 juni zijn door de Minister van Justitie ter behandeling doorgezonden aan het College en alhier op 22 juni 2005 in goede orde ontvangen.
In uw brieven stelt u ondermeer dat de president-directeur van de Schiphol Groep, de heer drs. G.J. Cerfontaine, zich schuldig zou hebben gemaakt aan machtsmisbruik en fraude. Om die reden zou hij in aanmerking komen voor strafvervolging. Omdat de Minister van Justitie in de regel niet in individuele strafzaken treedt, heeft hij uw brieven doorgeleid naar het College van PG’s.
Zoals ik reeds eerder verwoordde in mijn brief van 9 januari 2003 heeft ook het College van PG’s in beginsel geen bemoeienis met individuele strafzaken. De beslissing om al dan niet vervolging in te stellen wordt genomen door een officier van justitie bij een van de arrondissementsparketten.
Op basis van de door u aangedragen informatie ben ik niet in staat om te beoordelen of er mogelijk sprake is van strafbare feiten en een opsporingsonderzoek geindiceerd is. Uw brieven kunnen dan ook niet worden opgevat als een aangifte in de zin van artikel 161 van het Wetboek van Strafvordering. Ik zie evenmin aanleiding om uw brieven door te zenden naar de Hoofdofficier van Justitie in Haarlem.
Indien u echter van mening bent, dat er sprake is van strafbare handelingen, dan kan daarvan aangifte worden gedaan, in beginsel in d eplaats waar dat strafbare feit zou zijn gepleegd. Op basis van de aangifte wordt nader bezien of een opsporingsonderzoek dient te worden gestart.
Chipshol heeft op 15 juni reeds direct ook aangifte gedaan bij de Hoofdofficier te Haarlem. Blijkbaar was dat bij het College van PG’s op 30 juni niet bekend. Het parket te Haarlem heeft nog geen beslissing genomen over de vervolging van Cerfontaine en Schultz van Haegen.