Staat is tegen getuigenverhoren Haarlemse rechters
STAAT: HAARLEMSE RECHTERS MOGEN NIET WORDEN GEHOORD
door Micha Kat
“Als het bezwaar van de Staat gegrond wordt verklaard, kan er geen onderzoek gedaan worden naar de vraag of er fundamentele rechtsbeginselen zijn verontachtzaamd in de procedure van Chipshol tegen Luchthaven Schiphol en de Provincie Noord-Holland voor de rechtbank Haarlem. De Staat wil dat onderzoek niet. En dat verwondert. Transparantie van de rechtspraak dient immers de publieke zaak. Wat is er tegen transparantie? Wat is er tegen externe verantwoording van een rechterlijke organisatie voor maatregelen die wantrouwen wekken, niet alleen bij een procespartij maar ook bij het publiek dat daar kennis van neemt? Een kort en overzichtelijk voorlopig getuigenverhoor met openbare zitting is daar in deze zaak het aangewezen -en het enige- middel voor.” Aldus advocaat M. Kaaks van Chipshol afgelopen maandag voor de rechtbank Den Haag waar een bezwaarprocedure diende van de Staat tegen het verzoek van Chipshol via openbare getuigenverhoren (lees hier alle achtergronden) achter de waarheid te komen van de unieke vervanging van het complete college dat moest oordelen over de hoogte van de schadevergoeding die Schiphol aan Chipshol moet betalen. Over deze vervanging is op deze site al eerder uitvoerig bericht, zijn advertenties geplaatst in kranten waarin openlijk werd getwijfeld aan de onafhankelijkheid van de Haarlemse rechtbank en hebben geleerden van naam en faam hun diepe twijfel uitgesproken.
De kern is dat een college dat door eerdere beslissingen en uitlatingen evident begrip aan de dag legde voor de positie van Chipshol is vervangen door een college dat vanaf het eerste moment duidelijk maakte dat de sympathie bij Schiphol lag. Zoals mr. Kaaks suggereerde wekt de overheid hier de schijn als procespartij (Schiphol is een overheidsbedrijf) te hebben ingegrepen in de samenstelling van een college, een ongehoorde handeling. Of deze suggestie juist is kan alleen blijken uit het onder ede horen van ondermeer de vervangen rechters, maar dat wil de Staat dus niet waardoor er des te meer argwaan wordt gewekt over de onpartijdigheid van het ‘nieuwe’ college dat inderdaad een buitengewoon laag schadebedrag vaststelde, 80 miljoen lager dan Chipshol had berekend. De deskundigen waarop het nieuwe college zich baseerde bleken daarenboven alle drie belangenverstrengelingen te hebben met de luchthaven en/of de overheid, maar het nieuwe college had daar geen boodschap aan. Mr. Kaaks citeerde in zijn pleidooi tal van fundamentele rechtsbeginselen waaruit zou moeten blijken dat de rechtbank Haarlem onrechtmatig heeft gehandeld zoals nota bene publikaties van de Raad voor de Rechtspraak zelf. In een van deze publikaties staat letterlijk dat een rechter slechts met eigen instemming mag worden overgeplaatst, juist om de schijn van ‘inhoudelijk ingrijpen’ weg te nemen. Laat nu in deze zaak vast zijn komen te staan dat de voorzitter van het ‘oude’ college. mr. Monster, tegen zijn wil van de zaak is afgehaald! Dat zou een schending opleveren van ondermeer art 6 EVRM en artikel 17 Grondwet (ius de non evocando). Maar Monster mag volgens de Staat dus niet onder ede worden gehoord.
Wat stelde de Staat daar bij monde van landsadvocaat mr. Houtzagers tegenover? Uitsluitend formele punten waarvan het belangrijkste is ‘dat er nog een rechtsmiddel tegen de eindbeslissing van de rechtbank Haarlem openstaat’ namelijk cassatie bij de Hoge Raad (appel is in deze procedure niet mogelijk). Volgens de leer van het ‘gesloten systeem van rechtsmiddelen’ zou je geen onderzoek mogen doen naar schending van fundamentele rechtsbeginselen door een gerecht zolang een hogere rechter de mogelijkheid heeft de beslissing van de lagere rechter te vernietigen. Dat zou betekenen dat Chipshol de hele gang van zaken rond de vervanging van de rechters zou moeten verpakken als cassatiemiddel bij de Hoge Raad. Echter: in een cassatie is geen getuigenverhoor mogelijk dus: waar moet Chipshol de bewijzen vandaan halen dat de Haarlemse rechtbank daadwerkelijk onrechtmatig heeft gehandeld? “Zonder feitenonderzoek is het zinloos om enkele vermoedens aan de Hoge raad voor te leggen in een cassatiemiddel” aldus mr. Kaaks. Het systeem sluit zich opnieuw als een oester. Kaaks in een bijna wanhopige slotnoot: “Waar kan Chipshol haar veronderstelling dat fundamentele rechtsbeginselen zijn geschonden bij de gewraakte beleidsmaatregel van de rechtbank Haarlem onderzoeken en aan de feiten doen toetsen?”