Rassenjustitie in Nederland?
AUTOCHTOON MAG GEEN AANSLAGEN VOORBEREIDEN, ALLOCHTOON WEL
Door Pamela Hemelrijk
‘Iedereen denkt natuurlijk: dit stinkt’ betoogde een hoogleraar strafrecht n.a.v de vrijspraak van Samir A. ‘Maar je moet wel voldoende bewijs hebben. Zo niet, dan is vrijspraak onvermijdelijk, in een fatsoenlijke rechtsstaat als de onze.’
Dat is natuurlijk een waarheid als een koe. Maar de 24-jarige autochtone man die onlangs door de rechtbank Roermond tot drie jaar cel is veroordeeld wegens het beramen van een aanslag op een moskee in Venray moet van die uitspraak vreemd hebben opgekeken. Was er tegen hem dan w?l voldoende bewijs? Het enige wat justitie hem kon maken was dat hij in de buurt van de moskee had rondgereden met molotov-coctails in zijn auto. Iedereen kan natuurlijk op zijn klompen aanvoelen wat hij daarmee van plan was, maar feit blijft dat hij aan de uitvoering nooit is toegekomen. Toen hij werd aangehouden had zijn plan zelfs al laten varen, omdat de moskee door de politie werd bewaakt. Maar bij een verkeerscontrole liep hij alsnog tegen de lamp. De rechtbank Roermond had echter geen enkele moeite met de bewijsvoering. Sterker nog: twee medeplichtigen, die alleen bij het maken van de coctails aanwezig waren geweest c.q. daarbij hebben geholpen, zijn elk tot vier maanden cel veroordeeld.
Dit ondanks het feit dat er drie koeien van fouten in de dagvaarding stonden. In een fatsoenlijke rechtsstaat is het in zo’n geval goed gebruik om de dagvaarding nietig te verklaren. Maar de rechtbank corrigeerde die koeien van fouten ter zitting, als zijnde ‘een kennelijke misslag van de officier’, en beweerde doodleuk in het vonnis dat de verdachte door deze ingreep ‘niet in haar verdediging was geschaad’. Dat lijkt me een aanvechtbare stelling, gezien de opgelegde straf. De drie veroordeelden waren bovendien, in tegenstelling tot Samir A., nooit eerder met justitie in aanraking geweest. Doorgaans geldt dat als een verzachtende omstandigheid; first offenders krijgen meestal een mildere straf dan recidivisten. Maar in dit geval dus niet.
Wie de vrijspraak van Samir A. en de veroordeling van de drie van Venlo naast elkaar legt krijgt op z’n zachtst gezegd een zonderlinge indruk van de Nederlandse rechtspraak. Bij Samir A. zijn aangetroffen: twee dolken, een luchtdrukpistool, een balletjespistool, ammoniak, zoutzuur, een kogelwerend vest, een nachtkijker, twee patroonhouders voor automatische vuurwapens, een geluiddemper voor een automatisch vuurwapen, de chemische formule voor het maken van de springstof RDX, diskettes die oproepen tot de jihad en het doden van Amerikanen, joden en niet-arabieren, een memo met het adres van de internetsite geocities (waarop bij wijze van service aan jihad-kaders handleidingen worden verstrekt voor het maken van wapens en het plegen van aanslagen), een vlugschrift waarin wordt opgeroepen tot de jihad en het martelaarschap, plattegronden, foto’s en tekeningen van Schiphol, de kerncentrale Borssele, het gebouw van de Tweede Kamer, het gebouw van de AIVD, het ministerie van Defensie en de kazerne van het Korps Commandotroepen, alsmede routebeschrijvingen naar die gebouwen en handleidingen om de beveiliging aldaar te omzeilen.
De rechtbank Rotterdam gaf toe dat zulks ’te denken geeft’, maar verbond hieraan slechts de conclusie ‘dat de verdachte kennelijk een meer dan gemiddelde belangstelling heeft voor religieus extremistisch geweld’. Met betrekking tot het aangetroffen zoutzuur wees de rechtbank erop dat deze stof ’tot de uitrusting van menig Nederlands huishouden behoort’.
Als klap op de vuurpijl werd gelast dat Samir A. al zijn contrabande weer terug moet krijgen, uitgezonderd dan de dolken, de patroonhouders, het balletjespistool, het luchtdrukpistool en de geluiddemper. Je zou bijna gaan geloven dat Allah inderdaad de hand heeft gehad in dit vonnis, zoals radicale moslims ons bezweren.
Dat een fatsoenlijke rechtsstaat zwaar tilt aan de bewijsvoering kan ik alleen maar toejuichen. Maar dan moet je ook consequent zijn, volstaan met de conclusie dat die drie uit Venlo ‘kennelijk een meer dan gemiddelde belangstelling koesteren voor molotov-coctails’, erop wijzen dat ‘flessen olie en benzine tot de uitrusting van menig Nederlands huishouden behoren’, en de verdachten bij gebrek aan bewijs vrijspreken. En vergeet dan vooral niet ze die molotov-coctails terug te geven.
“Het lijkt wel of vrouwe Justitia haar blinddoek heeft vervangen door een hoofddoek”, luidde het commentaar van Geert Wilders op de vrijspraak. In Vrij Nederland van deze week wordt hij om die reden betiteld als een van de gevaarlijkste mensen die er rondlopen: ‘Zijn niet aflatende stroom van uitspraken’, betoogt Samirs advocaat Victor Koppe, ‘is een groter gevaar voor onze democratie dan eventuele aanslagen van moslimextremisten’. Gek, ik denk daar heel anders over. Volgens mij heeft Wilders de spijker weer eens helemaal op z’n kop geslagen.