web analytics

Raad voor de Journalistiek: geen oordeel over censuur rond ‘9-11’

‘RECHTSWEIGERING’ DOOR DE RVDJ INZAKE ‘9-11-KLACHT’ TEGEN DE VOLKSKRANT

Door M. op de Coul
De uitspraak RvdJ 2005/42 over de klacht van M. Op de Coul tegen de Volkskrant die is behandeld in de zitting van 24 juni 2005, in aanwezigheid van de klager en afwezigheid van de verweerder, luidt: niet ontvankelijk. Deze uitspraak zal tezijnertijd op de website van de RvdJ gepubliceerd worden.

Over deze zaak zijn hier al diverse berichten gepubliceerd, zie
Thom Meens, waarom durf je hierover niets te zeggen?
Thom Meens ter verantwoording geroepen
Wolffensperger kan zijn belangen opnieuw niet scheiden
Volkskrant-ombudsman verbreekt de verbinding
Brief aan NVJ-voorzitter over Wolffensperger

De klager blijft dus met lege handen staan, een zeer teleurstellende en onterechte uitkomst. De Raad is voorzien van een uitgebreide hoeveelheid onthullende artikelen en televisiedocumentaires die nu als niet relevant terzijde worden geschoven, nadat ze al eerder door de Volkskrant waren genegeerd. De klacht bestond uit twee punten:
1. De Volkskrant gaat selectief te werk in de berichtgeving over de aanslagen van 11 september en censureert feiten die verwijtbare betrokkenheid van Amerikaanse overheidsfunctionarissen impliceren of suggereren.
2. Deze klacht wordt door de ombudsman van de Volkskrant niet beantwoord.


De Raad doet alleen uitspraken in zaken waarin een klager “rechtstreeks belanghebbende”, dus direct betrokken is. Ik heb betoogd dat alle Nederlandse burgers rechtstreeks in hun belangen zijn geschaad omdat de overheid vergaande en dure maatregelen heeft genomen die ieder gemotiveerd zijn met, dan wel ondenkbaar waren geweest v??r de gebeurtenissen van 11 september. En omdat ik een Nederlands burger ben, geldt dat dus ook voor mij. Daar voegde ik nog aan toe: “Mijn rechtstreekse belang is gelegen in een ernstige klacht over de aanslagen van 11 september die ik aan de ombudsman van de Volkskrant heb gedaan die niet wordt behandeld.”
Nu oordeelt de Raad ten aanzien van punt 1: “De Raad volgt klager niet in zijn stelling dat hij vanwege de aangevoerde redenen als rechtstreeks belanghebbende kan worden aangemerkt. Klager is immers niet persoonlijk door de publicatie geschaad. De kern van zijn klacht is dat hij een andere mening over de achtergronden van de aanslagen van 11 september 2001 heeft dan de journalisten van de Volkskrant en dat laatstgenoemden in de krant te weinig aandacht besteden aan de door de klager gehuldigde verklaring van de gebeurtenissen.”

Wat kunnen we hieruit opmaken?
– De Raad spreekt zonder enige motivering tegen dat er sprake is van geschade belangen bij mij. Gebruikt het woord “immers” als zou dat evident zijn. Dat is natuurlijk onzin, in het klaagschrift heb ik diverse voorbeelden gegeven van grote gevolgen waar Nederlanders mee zijn geconfronteerd: De uitzendingen van militairen naar Afghanistan, de Wet op de uitgebreide identificatieplicht, een sterke toename van privacyschendende bevoegdheden voor opsporingsinstanties, verscherpte veiligheidsmaatregelen op vliegvelden en hogere beveiligingstoeslagen, het doorspelen van passagiersgegevens aan de VS en de dilemma’s die de overheid na Enschede en 11 september zegt te ondervinden bij de keuze om gegevens over gevaarlijke objecten wel of niet openbaar te maken en die van invloed zijn op de veiligheid op straat.
– Dat ik een andere mening heb over achtergronden van de aanslagen van 11 september 2001 dan de versie die de Volkskrant presenteert, klopt. Dat de kern van mijn klacht zou zijn geweest dat er te weinig aandacht is besteed aan een door mij “gehuldigde verklaring van de gebeurtenissen” is een ernstige en laakbare vervalsing. Het komt neer op wat hoofdredacteur Pieter Broertjes erover te zeggen had: “klager wil gewoon dat de krant zijn lezing openbaart”. Dat heb ik tijdens de zitting in ondubbelzinnige bewoordingen ontkend: “Het gaat er mij niet om dat de krant “mijn lezing” openbaart, maar dat de krant geen belangrijke feiten verzwijgt, want dat horen journalisten niet te doen en dat staat ook expliciet in de journalistieke gedragscodes.” Nergens heb ik beweerd dat de Volkskrant aan “mijn mening” of “mijn verklaring” aandacht zou moeten besteden, en heb dit ook in mijn antwoord op een vraag van een van de raadsleden letterlijk zo gezegd. Ik heb sowieso niet een “verklaring van de gebeurtenissen” gegeven maar juist geschreven: “Uiteraard hoeft u zich geen oordeel te vormen over wat er bij de aanslagen allemaal is gebeurd, dat weten we immers niet. Pas als de media willen meewerken zullen we het ooit precies te weten komen.”
De werkelijke kern van mijn klacht is dat er een hele reeks van belangrijke feiten, waarvan tijdens de zitting diverse voorbeelden zijn gegeven, door de Volkskrant is verzwegen en dat is heel iets anders. Aldus zien we hoe de Raad voor de Journalistiek, die zegt ervoor te waken dat journalisten zorgvuldig werken met normen die kwaliteit en fatsoen beogen, zelf de feiten verdraait.
– Stel dat ik meer dan de gemiddelde Nederlandse burger in mijn belangen was geschaad, bijvoorbeeld doordat ik een familielid had gehad dat op 11 september was omgekomen, en wellicht zonder de censuur een andere schadevergoeding zou weten te krijgen, of een Tweede-Kamerlid was geweest, die voor zijn werk sterk afhankelijk is van een nauwkeurige en volledige berichtgeving in de pers. Dat had voor de inhoud van de klacht helemaal niets uitgemaakt, maar dan zou de Raad n?et onder een oordeel uit kunnen komen, althans dat mogen we hopen. Belanghebbenden die deze zaak opnieuw aan de Raad willen voorleggen kunnen zich melden.
– De Raad schreef verder: “Een dergelijke klacht is van een dermate algemeen karakter dat niet kan worden gezegd dat deze betrekking heeft op een door de publicatie rechtstreeks getroffen belang van klager.” Sinds wanneer is opkomen voor een algemeen belang strijdig met het hebben van een individueel belang?
– Ofschoon de Raad volgens het reglement geen uitspraak h?eft te doen als de klager geen rechtstreeks belanghebbende is, is dat daarentegen ook geen beletsel om w?l uitspraak te doen. Mijn klacht betreft een schending van de journalistieke code dat geen belangrijke feiten verzwegen mogen worden, en die norm wordt door de Raad ook bewaakt. Ton Herstel zei bij zijn aantreden als voorzitter van de RvdJ: “En de raad kan zich wat meer mengen in algemene discussies over journalistieke ethiek en er niet voor terugdeinzen om een algemene uitspraak te doen over een ethische kwestie.” Het staat ook in de brochure: “De Raad kan zich nu ook met uitgesproken standpunten mengen in de openbare discussie over actuele kwesties met betrekking tot de journalistieke ethiek en de beroepsmoraal van journalisten. Daarmee heeft de Raad voor de Journalistiek een actiever rol gekregen in de publieke meningsvorming.”
Maar de Raad vindt het kennelijk belangrijker om klachten niet ontvankelijk te verklaren, dan om met gemotiveerde oordelen de journalistieke ethiek en beroepsmoraal te bewaken! Interessant is ook wat in uitspraak RvdJ 2004/77 staat:
“Met betrekking tot publicaties als de onderhavige, waarbij niet zo zeer een individueel belang maar eerder een collectief belang in het geding is, zou een klacht ingediend door een instantie die -blijkens haar statuten- tot doel heeft de belangen van het desbetreffende collectief te behartigen mogelijk wel ontvankelijk zijn (zie bijvoorbeeld: Stichting Bestrijding Antisemitisme tegen VPRO Gids, RvdJ 1999/74).” Het behartigen van een collectief belang is dus helemaal het probleem niet! Stichtingen of andere instanties die deze zaak opnieuw aan de Raad willen voorleggen kunnen zich ook melden.
– De aanwezigheid van een politicus met een belangenconflict, Gerrit-Jan Wolffensperger, heeft het gezag van de Raad al bij voorbaat en niet voor het eerst aangetast. Voor het tijdschrift Elsevier is de aanwezigheid van politici de belangrijkste reden om de Raad niet te steunen. Een eerdere toezegging dat politici binnen een jaar uit de Raad zouden verdwijnen is niet nagekomen.
– Er is in Nederland verder geen aanspreekpunt voor klachten over censuur. Het systeem van zelfregulerende media werkt dus niet. De Raad voor de Journalistiek heeft ook geen corrigerende macht.

Ten aanzien van punt 2, dat Thom Meens geen antwoord heeft gegeven, geeft de Raad ook geen oordeel. Thom Meens beweert namelijk dat hij w?l met mij telefonisch contact heeft gehad, en de klacht zou onderzoeken. Wie hij dan ook aan de telefoon zou hebben gehad, ik was het in ieder geval niet, want alle contact verliep via email en post. Het oordeel luidt: “De Raad is van mening dat, nog afgezien van de vraag of de Raad bevoegd is een klacht over de ombudsman te behandelen, hij zich niet over deze klacht kan uitlaten nu de feiten door partijen worden betwist, en geen materiaal voorhanden is op grond waarvan de Raad kan vaststellen welke weergave juist is: verweerder beroept zich immers op de inhoud van een telefoongesprek dat volgens klager niet heeft plaatsgehad. De Raad onthoudt zich daarom van een oordeel over dit onderdeel van de klacht.”

Met dit zwakke verweer (een leugentje om bestwil?) komt de ombudsman er gemakkelijk van af. Hij beweert gezegd te hebben mijn klacht te gaan onderzoeken en doet vervolgens niets met de uitkomst. Bij de zitting heb ik er dit over gezegd:
“Ik stel vast dat de ombudsman niet alleen mij persoonlijk niet, mondeling noch schriftelijk, maar ook in zijn column in de krant geen reactie heeft gegeven na zijn onderzoek te hebben gedaan en niet verteld heeft wat dat heeft opgeleverd. Waarom de ombudsman en hoofdredacteur vinden dat hij niet na het vermeende gesprek op de zaak zou hoeven terug te komen begrijp ik niet. Hij had mijn documentatie bestudeerd, maar vond dus dat er geen sprake was van selectieve berichtgeving. Punt. Motivatie van die opvatting was echter wel op zijn plaats geweest, want waarom vond hij dat? Was de informatie niet betrouwbaar, of niet waar, of niet opzienbarend, of was er al over geschreven, ging hij gewoon af op de mening van de buitenlandredactie, of iets anders? De lezers van de Volkskrant weten het nog steeds niet. Had hij al mijn documentatie bestudeerd? Of slechts een gedeelte? Had hij de indruk dat de buitenlandredactie zich er wel voldoende voor had opengesteld? Had men geen last van mogelijke vooringenomenheid, veroorzaakt door hun eigen eenzijdige berichtgeving? Geen vreemde veronderstelling, groepsdenken kan de beste professionals overkomen.” Op dit argument is de Raad niet ingegaan.

Vragen die ik dan heb:
– Is de Raad inderdaad wel of niet bevoegd een klacht over de ombudsman te behandelen? Maar wie zou er aanstoot aan kunnen nemen als de Raad zou zeggen: De ombudsman is ervoor om klachten van lezers te behandelen. Als hij serieuze klachten niet beantwoordt dan doet dus hij zijn werk niet goed?
– Wat hebben de lezers aan een ombudsman die blijkbaar onwelgevallige klachten in een la wegstopt?

Lees ook het uitgebreide commentaar van DaanSpeak op deze zaak:
http://www.daanspeak.com/RvdJ01.html en
http://www.daanspeak.com/RvdJ02.html.

Beste Volkskrantlezer, de hoofdredacteur en ombudsman weten van het schandaal van de geconfisqueerde en vernietigde bewijzen, de talloze nog onbeantwoorde vragen en raadsels, de omissies, tegenstrijdigheden en onwaarheden in het rapport van de 11/9-commissie met verstrengelde belangen, de inconsistente tijdlijn, het achterwege blijven van reprimandes, de talloze getuigenverklaringen die het offici?le verhaal tegenspreken, het misbruik van geheimhouding om verantwoording te ontlopen, de psychologische oorlogvoering tegen de New Yorkse brandweerlieden, het monddood maken van klokkenluiders, de vreemde omstandigheden van de crash in Pennsylvania, enz., maar noemen dit “geen betrouwbaar feitenmateriaal”. Het zijn echter gemakkelijk te controleren feiten, oordeelt u zelf maar.

Inmiddels zijn de aanslagen van 11 september vier jaar geleden en hebben we met de recente terroristische bomaanslagen in Londen weer van hetzelfde laken een pak. Geen onafhankelijke pogingen van de media om alle feiten met elkaar in verband te brengen, of om een antwoord te zoeken op de meest basale vragen, zoals deze 77 Unanswered questions about 7/7.

Bij deze nodig ik de Nederlandse Vereniging van Journalisten uit om een opinie over de klacht en de handelwijze van de RvdJ te geven. Dient deze het vertrouwen in de journalistiek op deze manier? Zal de Nieuwsmonitor zich kunnen gaan buigen over klachten van lezers over selectieve berichtgeving?

M. Op de Coul

Print Friendly, PDF & Email
Share