Raad v.d. Journalistiek faalt wederom
WOLFFENSPERGER KAN ZIJN BELANGEN OPNIEUW NIET SCHEIDEN
Afgelopen vrijdag diende voor de Raad voor de Journalistiek de klacht tegen de Volkskrant en diens ombudsman Thom Meens waarover deze site eerder berichtte. De klacht betrof het weglaten van alle informatie uit de krant die strijdig is met de ‘officiele versie’ van de gebeurtenissen op 11 september 2001 maar ook het feit dat Meens gedurende een half jaar niet heeft gereageerd op een klacht hierover. Deze klacht was uitvoerig gedocumenteerd met bronnen zoals artikelen uit buitenlandse kranten en documentaires op CD Rom. De Volkskrant verwaardigde zich niet te verschijnen. Alleen dat al. Maar stuitender in de zin van onvoorstelbaarder was nog wel dat G. J. Wolffensperger achter de tafel zat.
De partij van Wolffensperger, D66, maakt namelijk deel uit van het kabinet dat de oorlog tegen het terrorisme ondersteunt en zich ook achter de invasie in Irak heeft geschaard. Hoe kan zo iemand dan onafhankelijk oordelen over een medium dat de ‘Amerikaanse’ versie van de gebeurtenissen op 0911 expliciteit uitdraagt en iedereen die andere verklaringen oppert wegzet als zielige complotdenkers?
Maar de belangenverstrengeling van G.J. gaat nog veel verder. Wat blijkt namelijk? G.J. is ook voorzitter (NRC, 24 juni) van een overheidscommissie die zich heeft gebogen over, ja je gelooft het niet, OVERHEIDSCOMMUNICATIE. G.J. pleit in zijn notitie ondermeer voor een ‘gespecialiseerd TV-kanaal dat louter overheidsinformatie gaat uitzenden’.
G.J. heeft geweigerd zich op grond van deze schokkende belangenverstrengelingen te verschonen. Ook dat is niet nieuw: eerder ging hij zonder blikken of blozen achter de tafel zitten bij een zaak tegen P. Hemelrijk met wie hij ooit een affaire had. Zelfs toen hij hiermee OP DE ZITTING werd geconfronteerd weigerde hij zijn plaatsje achter de tafel op te geven; de voorzitter moest persoonlijk ingrijpen waarna G.J. de pleiterik maakte. Mede op grond hiervan schreef de secretaris van de Raad J.J. Timmers in een brief (21 september 2004) dat ‘er over een jaar of wat geen oud-politici meer in de Raad zullen zitten’. Van deze toezegging is sedert niets meer vernomen. Sterker, toen G.J. na de zitting werd gevraagd hoe lang hij nog in de Raad zal blijen zitten, zei hij letterlijk ‘nog jaren en jaren!’