Partijdigheid rechtbank Haarlem onderzocht
GETUIGENVERHOREN ‘VAN DE EEUW’: IS RECHTBANK PARTIJDIG?
Niet het opgeklopte strafproces tegen Willem Holleeder dat volgende week begint is de ‘zaak van de eeuw’ zoals dat door de sensatiebeluste media wel wordt beweerd, maar de getuigenverhoren die zijn aangevraagd door gebiedsontwikkelaar Chipshol naar aanleiding van de vervanging van een compleet rechterlijk college op de Haarlemse rechtbank, een vervanging die zeer in het nadeel van Chipshol werkt. Deze getuigenverhoren moeten namelijk antwoord gaan geven op de meest pijnlijke vraag die gesteld kan worden in het kader van de rechtspleging in Nederland: is onze rechterlijke macht nog wel onafhankelijk? Als dat niet meer zo blijkt te zijn, kan ons land zich opmaken voor de meest duistere aller nachten. Welnu, het ziet er allemaal niet best uit. Gisteren werd ook duidelijk dat de wrakingskamer van de Haarlemse rechtbank het formele verzoek tor wraking van het nieuwe college heeft afgewezen. De voorzitter van de wrakingskamer, mr. Th. Roell, blijkt in eerdere zaken zeer omstreden beslissingen te hebben genomen ten faveure van het kantoor Stibbe en diens advocaat N. Koeman die thans namens Schiphol optreedt tegen Chipshol, maar eerder voor Chipshol werkte. Over deze omstreden beslissingen leest u later wellicht meer. Thans kan in elk geval worden gemeld dat er een loodzware tuchtklacht is ingediend tegen advocaat Koeman die de gemeente Haarlemmermeer ondermeer blijkt te hebben aangezet tot het plegen van een onrechtmatige daad. Maar laten we ons thans eerst concentreren op de (on)partijdigheid van de Haarlemse rechtbank en de ‘getuigenverhoren van de eeuw’.
Centraal staat de rol van voorzitter mr. A. Monster van het college dat Schiphol op 12 januari 2005 aansprakelijk stelde voor de schade die het Chipshol (mede) heeft berokkend door op onrechtmatige wijze de ontwikkeling van het Groenenberg-terrein van Chipshol tegen te werken. Deze mr. Monster zat ook een andere zaak van Chipshol voor, namelijk een comparitie in de bodemprocedure die Chipshol heeft aangespannen tegen Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) wegens het opmaken van valse rapportages tegen Chipshol. Op deze comparitie op 18 september 2006 zei Monster het volgende: Chipshol is door de jaren heen behoorlijk tegengewerkt door de Luchthaven Schiphol en diverse bestuursorganen. Als blijkt dat LVNL willens en wetens aan deze tegenwerking heeft meegedaan, zijn de rapen gaar. Het zijn deze woorden die alle alarmbellen hebben doen rinkelen en hebben geleid tot de vervanging van Monster en zijn twee bijzitters. Monster werd toegevoegd aan de strafsector van de rechtbank zodat hij ook de zaak van Chipshol tegen LVNL niet meer doet. Maar Monster zei op die comparitie niets raars of controversieels: de onrechtmatigheid van het handelen van Schiphol en tal van andere overheden was immers door meerdere rechterlijke vonnissen al lang vastgesteld, reden waarom de gemeente Haarlemmermeer en de provincie Noord-Holland inmiddels schikkingen met Chipshol overeen zijn gekomen. Desalniettemin: op de slotpleidooien in de aansprakelijkheidszaak van Chipshol tegen Schiphol (dat dus al veroordeeld was tot compensatie; nu ging het om de hoogte ervan) op 15 januari 2007 zat er een nieuw college dat reeds direct duidelijk maakte niets op te hebben met de positie van Chipshol. Chipshol werd onkundig gehouden van de vervanging, maar tekende wel direct protest aan, ondermeer via een paginagrote advertentie in De Volkskrant. Nu komt er een proces op gang waarin de Haarlemse rechtbank in pogingen de overduidelijke ‘politieke’ vervanging goed te praten steeds verder verstrikt raakt in de tegenstrijdigheden en zelfs leugens. Enkele feiten op een rij.
*”De vervanging van mr. Monster is geschied in goed overleg met de rechter en vond plaats in het kader van het sinds jaar en dag gehanteerde roulatiebeleid.”
Vast is komen te staan dat de roulatie ‘niet de voorkeur had van mr. Monster’. Deze is dus tegen zijn zin van de zaak ‘afgehaald’. Tevens zegt de rechtbank in het eigen jaarverslag dat ‘rechters in principe om de vier jaar rouleren’. Vast is komen te staan dat mr. Monster reeds zeven jaar niet meer is gerouleerd; voor hem geldt het roulatiebeleid kennelijk niet hetgeen de vraag des te prangender maakt: waarom moest hij dan juist nu opeens worden gerouleerd? Voor de andere twee vrouwelijke rechters van het oude college geldt dat de roulatie van de een (mr. Swinkels) blijkbaar met een jaar vervroegd moest worden en van de ander (mr. Veldhuijzen van Zanten) zelfs met bijna twee jaar.
*In een artikel in het periodiek Rechtstreeks van de Raad voor de Rechtspraak (2006, no. 2) staat het volgende te lezen: denkbaar is echter dat rechters ook om andere redenen dan het organisatiebelang of de tijdige afhandeling van zaken kunnen worden overgeplaatst, bijvoorbeeld vanwege hun houding ten opzichte van bepaalde zaken, de inhoud van hun uitspraken of andere redenen. Dat zou een ernstige bedreiging zijn van de rechterlijke onafhankelijkheid en partijdigheid. Daarom is het belangrijk om expliciet vast te bepalen dat rechters slechts met hun eigen instemming kunnen worden overgeplaatst. Tevens verscheen in 2006 een rapport van KPMG met als titel ‘Wet Organisatie en Bestuur Gerechten en Wet Raad voor de Rechtspraak, Het Functioneren van een Rechterlijke Organisatie in Beeld’. Op pagina 133 van dit rapport staat een passage over het rouleren. We lezen: verschillende bestuursleden (van de betreffende rechtbank, red.) gaven aan dat roulatie ook wel wordt ingezet als een verkapte sanctie voor moeilijk te corrigeren rechters. Dit alles maakt de vraag prangend en relevant: is de onderhavige vervanging van Monster cs. een voorbeeld van de hierboven geschetste alarmerende omstandigheden?
Als uit de getuigenverhoren duidelijk wordt dat de vervanging van de drie rechters geen ‘standaardbeslissing in het kader van het rouleerbeleid’ is geweest naar een bewuste poging van hogerhand invloed uit te oefenen op rechterlijke uitspraken, kan de rechtbank Haarlem (lees: de Staat) door Chipshol worden aangesproken wegens onrechtmaige daad ex artikel 6:162 BW. Benieuwd welke rechters die zaak zullen gaan voorzitten.
De volgende functionarissen van de Haarlemse rechtbank zullen optreden op ‘de getuigenverhoren van de eeuw’:
mevr. mr. M. Smit, vice-president, als sectorvoorzitter de direct verantwoordelijke voor de rouleer-beslissing
mr. F. Bakker, de president van de Haarlemse rechtbank. In een persoonlijk gesprek met Chipshol erkende Bakker dat Chipshol in het procesbelang is geschaad, een uitspraak die hij later weer bestreed.
mr. A. Monster, vice-president, voorzitter van het vervangen college
mr. D. Ruitinga, vice-president, voorzitter van het nieuwe college die reeds direct duidelijk maakte niets te zien in de positie van Chipshol.