Opnieuw verdenkingen tegen SG Joris D.
JUSTITIE SUBSIDIEERDE PEDOFIELENBOEK
Het ministerie van Justitie subsidieerde in 1988 een boek waarin seks met kinderen wordt verdedigd. De verdenkingen tegen de vermeende pederast en secretaris-generaal Joris D. hopen zich op. Maar zijn secretaresse bijt heftig van zich af. We schrijven 1999. Officier van Justitie Fred Teeven doet opmerkelijke uitspraken. ‘Er is op dit moment wel degelijk zicht op corruptie binnen het overheidsapparaat. Op landelijk niveau. Ik praat over het beinvloeden van politici. Tweede-Kamerleden, onder anderen. En ik praat ook over het beinvloeden van rechters.’ Aldus Teeven destijds in het juristen-magazine Mr. De officier stuurde vervolgens een lijst met zo’n tachtig namen van in chantabele posities verkerende politici, rechters en topambtenaren naar het college van procureurs-generaal en minister van Justitie Korthals (VVD). Deze tikte Teeven vervolgens stevig op de vingers omdat hij ‘voorbarig’ had gesproken. Tot het materiaal dat Teeven aanleverde behoorde tips over hoge politici en ambtenaren die seks hadden en/of hebben met minderjarige jongens van homo-escortbureaus. Of Teeven ook materiaal aanleverde over Joris D. is niet bekend. Maar speelde Joris D. ruim tien jaar eerder een rol bij het subsidieren door zijn ministerie van een boek dat aanzet tot pedofilie?
Terug naar 1988. Pedofielen lobbyden in die tijd krachtig voor acceptatie van hun geaardheid. In Amsterdam viert de vereniging Martijn, die streeft naar de legalisering van seks met kinderen, zijn lustrum. De psycholoog Theo Sandfort houdt voor deze gelegenheid een lezing. ‘Het woord pedofilie is bekend geworden, ook bij kinderen,’ oreerde Sandfort. ‘Mensen plakken eerder op zichzelf het etiket “pedofiel”. De samenleving heeft er een nieuw hokje bij.’ Een goede vriend van Sandfort was PvdA-senator Edward Brongersma, die een prominent lid van Martijn was. ‘Kinderporno kan heel erg mooi zijn,’ vond deze veroordeelde ontuchtpleger met minderjarigen. ‘Pedofilie wordt door de buitenwacht gecriminaliseerd.’
Om deze ‘criminalisering’ tegen te gaan profileerde Brongersma zich als lobbyist voor pedoseksualiteit die een brug wilde slaan naar de feministes. Zo vroeg hij zich in 1981 af of het niet nuttig zou zijn ‘wanneer de vrouwenbeweging zich opwierp voor de vrijheidsrechten van kleine meisjes, speciaal van kleine meisjes die naar omgang met een volwassen vriendin verlangen?”. In 1998 pleegde hij zelfmoord. Zijn nalatenschap was een gigantische verzameling kinderporno. De PvdA heeft zich nooit van hem gedistantieerd.
De activiteiten van Brongersma’s vriend Sandfort waren dan wel overgoten met een wetenschappelijk sausje; ze pasten wonderlijk goed in de pedoseksuele lobby van de pedofiele senator. Begin jaren tachtig bracht Sandfort een studie uit waarin hij beweerde dat de schade die pedofielen aanrichten, best meevalt. ‘De morele opvatting dat seksueel contact tussen kinderen en volwassenen altijd een vorm van misbruik is – een opvatting die ook het uitgangspunt is geweest bij veel onderzoek naar dit onderwerp – wordt niet door de empirie ondersteund,’ schrijft Sandfort.
Het boek werd op de markt gebracht door Spartacus, het bedrijf van de inmiddels overleden Brit John Stamford, die volgens de Britse en Belgische justitie de leider van een internationaal netwerk van kinderprostitutie was. Stamford opereerde tot begin jaren ’90 vanuit een villa in Baarn. Hij verspreidde onder meer het blad Pedo Alert News, waarin Brongersma een rubriek schreef.
In 1988 werd Sandforts studie opnieuw uitgegeven. Ditmaal niet door een ranzige uitgeverij, maar door de Interfacultaire Werkgroep Homostudies aan de Rijksuniversiteit Utrecht. De heruitgave was, zo lezen we op pagina IV, mogelijk gemaakt door subsidies van het Nederlands Comite voor Kinderpostzegels, de Nederlandse Organisatie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek en opvallend genoeg (of: alarmerend genoeg) het Ministerie van Justitie dat toch niet bepaald bekend staat als voorvechter van seksuele aberraties.
De grote vraag: Welke medewerker van Justitie heeft voor dit onderzoek betaald? Komt de beruchte Joris D. hier opnieuw in beeld? Sandfort laat Klokkenluider Online weten: ‘Ik kan me dat niet exact herinneren. Het was een hele procedure en ik weet nog wel dat ik met mevrouw Junger-Tass heb gesproken, van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum [van Justitie].’
Klokkenluider Online heeft deze criminologe, die deel uitmaakt van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, om commentaar gevraagd. Maar Josine Junger-Tass reageert niet op onze vragen.
In de periode dat Sandfort zijn subsidie incasseerde, werkte bij justitie ook reeds een zekere Joris D., een partijgenoot van Korthals. Hoewel de Gaykrant en Panorama zich lelijk hebben gebrand in hun onderzoek naar deze ambtenaar, heeft D. wel toegegeven dat hij seks met jongemannen heeft gehad en dat hij die niet altijd naar hun leeftijd vroeg, aldus het NOS-journaal.
D.’s secretaresse vindt het maar ‘raar’, dat we willen weten of de huidige secretaris-generaal van Justitie betrokken was bij Sandforts boek. ‘Ik denk niet dat ik of de heer D. daarop een antwoord wil geven,’ bijt de vrouw ons toe. ‘Bent u van een instantie die gerechtigd is zulk soort vragen te stellen?’
met dank aan collega Jan Portein