EXTRA: ONDERGANG TELEGRAAF NU OOK IN MSM: NRCOMBUDSMAN * ‘DEBIELE’ (QUOTE VAN A. STORM) SPINS ROND ELS BORST EN FRED TEEVEN ALS DE ZAAK-DEMMINK NAAR EEN CLIMAX GAAT
VRIJDAG KAN DE ZAAK-DEMMINK DEFINITIEF WORDEN BESLIST ALS DE MEINEDIGE VERKLARING VAN A. STORM WORDT DOORGEPRIKT * MAAR IS MATTHIJS KAAKS HIERTOE IN STAAT? * DIT MOET KAAKS VRIJDAG VRAGEN
LEES HIER [VAN HUET] EN HIER [MOLENKAMP] DE VERKLARINGEN
Onderstaande vragenlijst is uiteraard slechts indicatief. Van groot belang is dat Kaaks reageert en anticipeert op basis van de antwoorden die op de zitting worden gegeven. Juist dat is een van de punten waar Kaaks wel een talent voor heeft. Heeft het dan allemaal alleen te maken met lef? Vreest Kaaks sancties vanuit de zwarte mafia als hij de geschiedenis in zal gaan als de advocaat die een einde heeft gemaakt aan Justitie as we know it -een vrees die overigens geheel gerechtvaardigd zou zijn? De verklaringen zoals bij de notaris gedeponeerd zijn zeer summier en dat is een voordeel want laat de maximale ruimte voor het invullen van achtergronden en details die cruciaal kunnen zijn bij het beantwoorden van de alles overheersende vraag: wie liegt? Wie gaat de gevangenis in voor meineed? De ex-directeuren zelf? Onderstaande vragen gaan uitsluitend over de kern van de problematiek en staan dus los van ‘vaste onderdelen’ zoals persoonlijke achtergronden, voorbereiding en de loopbanen binnen Justitie. [Tussen haken] staan relevante passages uit de bij de notaris gedeponeerde verklaringen.
A. De verklaring van A. Storm van ’s Gravensande
1. Wat heeft Storm precies verklaard over Demmink?
2. Waar heeft ze dit verteld? Hoe zag de [bar, kleine hotelbar] eruit?
3. Was er een concrete aanleiding voor Storm om met haar verhaal te komen?
4. Wat was de setting tijdens de verklaring? Wie waren erbij [enkele collega’s], was het [’s avonds] voor of na het eten, was er een aanleiding zich te bevinden in de ‘kleine hotelbar’, werd er tijdens de verklaring gedronken, hoe gedroeg Storm zich tijdens haar verhaal, hoe lang duurde haar verhaal?
5. Volgden op haar verhaal vragen van de aanwezigen en zo ja, van wie en werden die door Storm beantwoord?
6. Hoe reageerde de groep op het verhaal van Storm? Is er binnen de groep nog over ‘nagekaart’ en zo ja, door wie en op welke manier?
7. Hoe reageerden jullie zelf op het verhaal van Storm?
8. Kwam het verhaal van Storm voor jullie compleet uit de lucht vallen of waren jullie minder verbaasd gezien wat jullie al wisten over Demmink [het zoveelste verhaal]?
9. Hebben jullie Storm naar aanleiding van haar verhaal nog nadere vragen gesteld en zo ja, welke?
10. Had het verhaal van Storm gevolgen voor de reis en/of voor de sfeer? Zo ja, welke?
11. Deed Storm haar verhaal aan het begin, in het midden of aan het eind van de reis?
B. Omstandigheden tijdens de dienstreis
1. Hoe gedroeg Storm zich tijdens de reis als ‘reisleider’? Wat deed ze? Hoe ontspande ze?
2. Herinneren jullie dat zij alcohol dronk?
3. In hoeverre was ze deel van de groep tijdens momenten die niet zuiver kunnen worden beschouwd als werk?
C. De conflicten met Justitie
1. Wat is er voorgevallen tussen jullie en Justitie op basis waarvan jullie ‘rancuneus’ zouden zijn?
2. Speelt het conflict tussen Van Huet [Molenkamp?] en Donner zoals dat in 2006 aan het licht kwam over het gevangenis-beleid een rol in deze situatie en zo ja, welke?
3. Hoe verliep de beeindiging van jullie arbeidsrelatie met Justitie?
4. Klopt de verklaring van Storm dat jullie ‘wraak hebben willen nemen’ op Justitie (Demmink) samen met Ottens en dat jullie daarom het verhaal over haar verklaring hebben ‘verzonnen’?
D. De gebeurtenissen vanaf mei 2013, het vastleggen van de verklaring
1. Hoe kwamen jullie ertoe jullie verklaring af te geven en te laten vastleggen bij een notaris?
2. Hebben jullie rond het vastleggen van jullie verklaring nog met derden gesproken en/of adviezen ingewonnen?
3. Waarom zijn jullie naar een notaris gegaan en niet naar de politie?
E. Relatie met A. Storm van ’s Gravensande
1. Hoe kenden jullie Storm als collega en wat was haar positie op het ministerie?
2. Hoe omschrijven jullie de houding van Storm jegens haar meerderen en jegens de top van het departement?
3. Hoe was jullie relatie met Storm voor 1992 en na 1992?
F. Joris Demmink algemeen
1. Wanneer hebben jullie voor het eerst verhalen gehoord over kindermisbruik door Demmink en wat voor verhalen waren dat?
2. In hoeverre en wanneer waren deze verhalen bekend op het ministerie?
3. Tijdens de dienstreis in 1992 was blijkbaar reeds veel bekend over de ‘escapades’ van Demmink [het zoveelste verhaal]. Wat was precies bekend?
4. Wat wisten jullie op dat moment in 1992 over de terreur op het ministerie tegen ambtenaren die [naar buiten zouden willen treden] over Demmink en de [ambtelijke zelfdoding] die daar het gevolg van zou zijn?
G. Het onderzoek op het ministerie naar aanleiding van jullie verklaringen
1. Wat hebben jullie meegekregen van het ‘interne onderzoek’ van het ministerie in de zomer van 2013?
2. Wie was de ‘ex-ambtenaar’ die dit onderzoek leidde?
3. Wat was jullie indruk van dat onderzoek?
4. Kennen jullie de heren Roes en Van der Flier? Hoe omschrijven jullie hun positie binnen het ministerie?