Klokkenluideronline weer voor de Raad
ADVOCAAT SPRINGT IN BRES VOOR FOUTE VRIEND
De Amsterdamse advocaat Jan van der Steenhoven heeft op 2 februari een klacht ingediend tegen ondermeer deze website inzake het artikel ‘Rise and fall van een topadvocaat’, een van de bestgelezen stukken van de site. Van der Steenhoven maakt vooral bezwaar tegen de passage ‘Op de vraag of Van der Steenhoven Kolle een gevaar acht voor de advocatuur is het even stil. Dan zegt hij: ik zal dat tegenover u niet ontkennen.’ Volgens hem heeft hij dat zo nooit gezegd.
Tegen de explosieve inhoud van het stuk zelf, dat in gewijzigde vorm ook is verschenen in Quote, is nimmer actie ondernomen, al heeft de hoofdpersoon van het verhaal, Till Kolle, herhaaldelijk aangekondigd rechtsmaatregelen te zullen nemen. Kolle verdween in maart 2002 onder duistere omstandigheden bij het topkantoor Kennedy van der Laan waar hij op dat moment managing partner was. Later bleek zijn oude kantoor beslag te hebben gelegd op zijn kapitale woning in Buitenveldert. Ook bij het kantoor van Van der Steenhoven blies Kolle eind 1997 onder verdachte omstandigheden de aftocht. Van der Steenhoven geeft dat ook toe, maar hij betwist de juistheid van de bewuste passage over het ‘gevaar voor de advocatuur’ en stelt -terecht- dat deze niet voorkwam in de concepttekst zoals aan hem voorgelegd.
Navraag van de site bij de auteur leert dat deze de passage die wel degelijk onderdeel van het gesprek vormde aanvankelijk uit het verhaal heeft gelaten omdat hij daar door Van der Steenhoven specifiek om gevraagd was; het argument van Van der Steenhoven daarbij was de bijzondere persoonlijke band tussen hemzelf en Kolle. “We zijn boezemvrienden en waren getuigen op elkaars huwelijken” zei Van der Steenhoven. De auteur wilde deze band niet speciaal belasten door voor het verhaal niet noodzakelijke diskwalificaties in de tekst op te nemen. Dat kwam echter anders te liggen nadat de auteur op 3 september -na dus aan de wens van Van der Steenhoven te hebben voldaan- een naar zijn zeggen ‘bloedirritante en hooghartige brief’ van Van der Steenhoven ontving waarin deze een ‘buitengewoon beledigende kwalificcatie’ bezigde aan het adres van de auteur: hij klaagde hij over het ‘hoge Story/Quote-gehalte’ van het stuk. Ook ‘eiste’ hij dat namen van clienten werden verwijderd. Volgens de auteur was dit schrijven voor hem de reden de omstreden quote alsnog aan het stuk toe te voegen.
De behandeling van de klacht staat bij de Raad ingeroosterd op 26 maart.