Junger-Tas over justitieel pedofielenboek
TOPCRIMINOLOGE TWIJFELDE AAN PEDOFIELENBOEK
Op 25 januari berichtte deze site (Opnieuw verdenkingen tegen SG Joris D.) over de opmerkelijke subsidie van het Ministerie van Justitie, eind jaren tachtig, aan een boek dat een lans brak voor pedofilie. Speelde de van pedofilie verdachte SG van het Ministerie Joris D. (die daar ten tijde van deze subsidieverlening reeds werkte) hierin een rol? Op vragen hierover volgen woedende reacties. Een van de deskundigen die over dit omstreden boek om advies is gevraagd is criminologe Josine Junger-Tas, destijds werkzaam bij het WODC, het onderzoekscentrum van Justitie. Zij reageert nu alsnog op deze kwestie met een brief aan klokkenluideronline. Hieruit blijkt dat het verlenen van de subsidie nog omstredener was dan gedacht omdat de deskundige grote kritiek had op de kwaliteit van het onderzoek.
Geachte heer De Wreede,
Het is wel een lange tijd geleden, dus u moet me niet vastpinnen aan wat
ik me er nog van herinner. Mijn oordeel was niet geheel positief
eerlijk gezegd en dat had er vooral mee te maken dat ik met name
methodologische kritiek had op het voorstel. Dat betrof in de eerste
plaats de eenzijdige en daardoor selectieve steekproef en het feit dat
de materiaalverzameling wellicht niet in alle opzichten objectief tot
stand zou komen omdat be?nvloeding van de zijde van de onderzoeker niet
was uit te sluiten, maar zelfs enige waarschijnlijkheid had.
Wie de anderen bij Justitie waren die bij de beoordeling betrokken waren
weet ik niet meer.
Wel herinner ik me de ophef over het boek en dat vond ik niet zo
onbegrijpelijk. Er was toen immers ook sprake van de verlaging van de
leeftijd waarop volgens de wet aan jongeren homoseksuele contacten
toegestaan kon worden. Daar was ik tegen omdat ik van mening was dat de
verhouding tussen jongeren en volwassenen bij definitie niet
gelijkwaardig kan zijn.
Met de meeste hoogachting,
Josine Junger-Tas