HORROR BIJ PEDO-KANTOOR VAN KORVER
VOLG OOK DE DISCUSSIE OVER DE ELITE-PEDONETWERKEN OP ARTIKEL7.NU! * KAT GEARRESTEERD VOOR KANTOOR KORVER & VAN ESSEN * OM VERHEVIGT STRIJD TEGEN KINDERPORNO
RICHARD KORVER ‘GEREGELD‘ DOOR DE STAAT (DEMMINK) ALS ADVOCAAT IN ZEDENZAAK
Ongelofelijke gebeurtenissen gisteren namiddag op de Amsterdamse Herengracht. Micha Kat en zijn cameraman wilden gaan filmen bij het kantoor van pedo-lawyer Richard Korver en waxine-advocate Marielle van Essen. Volgens ons betreft het hier een ‘nepkantoor’ waar niet de belangen worden gediend van de clienten, maar van de macht. Meer concreet: die van het pedo-netwerk (Korver) en die van het Koninklijk Huis (Van Essen). Deze macht betaalt natuurlijk ook het lachwekkend decadente kantoor in de Gouden Bocht dat de ‘strafrechtboeren’ natuurlijk nooit op basis van hun praktijk kunnen bekostigen. Een ander bewijs voor de samenspanning van deze mafia-advocaten met de macht is hun bijna wekelijkse aanwezigheid bij Pauw & Witteman. Maar wat er gisteren gebeurde voor hun kantoor maakt dat onze hypothese over Korver en Van Essen helemaal boven elke twijfel verheven is!
Korver zat op de begane grond met het raam open en de voeten op het bureau toen hij ons zag aankomen. Hij sprong direct op en riep “oprotten!”. Vervolgens rende hij weg het pand in. Enige minuten later schoof hij de gordijnen dicht. Maar daarbij bleef het niet. Na opnieuw enige minuten verscheen er een klusjesman die de ramen begon te sluiten en ook nog eens de houten luiken die zich daar achter bevonden. Dat deed hij met de kamer van Korver maar ook met de kamer links van de hoofdingang waar een extreem dure kroonluchter hangt. In deze kamer werd Van Essen gesignaleerd. “Mooi, ze zijn allebei binnen, we wachten gewoon tot ze naar buiten komen -het was rond 18:00 uur- en dan stellen we ze wat vragen.” We wilden Korver ondermeer vragen waarom hij de ouders van de door o.a. Robert M. misbruikte kinderen -zijn clienten- weghoudt bij de media, hoe het staat met de aangifte tegen A. Drent die hij -tegen zijn eigen zin onder druk van die ouders- medio april heeft gedaan en door hoeveel ouders deze aangifte wordt gedragen. Overigens zal de aangifte van Korver tegen Drent so wie so niets uitrichten, want Justitie meldde reeds direct na het uitbreken van het schandaal dat deze organisator van ‘slaapfeestjes’ tegen wie in de jaren 90 ook reeds aangifte was gedaan wegens kindermisbruik ‘geen verdachte is’. Dat is hij ook nu niet. Aan Van Essen wilden we ondermeer vragen waarom ze heeft toegestaan dat de waxinewerper naar het Pieter Baan centrum is gestuurd terwijl vaststaat dat het daar niet pluis is, waarom ze geen actie heeft ondernomen tegen de gedwongen medicatie en waarom ze geen inzage geeft in de rapportages van de getuige-deskundigen.
Binnen enkele minuten kwam er een motoragent aanrijden. Hij vroeg waar we mee bezig waren en checkte onze ID’s. We hadden een leuk gesprekje met deze man waarin we wat achtergronden schetsten over de Amsterdamse zedenzaak. “Wat gaan jullie nu doen” vroeg de agent. “We wilden eigenlijk net weggaan” zei ik. De agent vertrok en wij besloten nog wat te wachten. Het was inmiddels 18:30 uur en de advocaten zouden immers zo naar buiten moeten komen. Intussen zagen we dat er ook nog houten balken tussen de ramen en de luiken waren geplaatst. What the fuck is going on here? vroegen we ons af. We constateerden van de bovenverdieping thans leeg staat -was enkele maanden geleden nog niet zo- omdat er een bord hing met een telefoonnummer van de makelaar. “We gaan die etage huren” grapte Eric. Er kwam een jongen met een plastic tas die bij het kantoor naar binnen wilde. Wij gingen al filmend achter hem staan, hopend zo een shot te kunnen maken van het interieur. De jongen pakte zijn mobiel en begon voor de voordeur te bellen. “Ga maar naar binnen” zei ik. “We doen niets hoor!” Maar hij liep naar de hoek van de straat en ging voor het kantoor van Bram Moszkowicz opnieuw bellen. Toen liep hij weg. Bizar. Horror. Wat hebben ze hier te verbergen?
Toen kwam de ‘aardige’ motoragent terug. “Heeft Korver u nou weer gebeld?” vroegen we. Dat bevestigde de agent die eraan toevoegde, zich wendend tot mij: “Ik ga u arresteren! Er komt zo een auto en dan gaat u mee naar de Prinsengracht!” Ik wist niet wat ik hoorde. “Ik ben journalist” zei ik en liet mijn perskaart zien. “Ik ben aan het posten. Dat is een standaard journalistieke activiteit. Welk wetsartikel heb ik overtreden?” De aardige agent wist het niet. “Maar dat zoeken we op het bureau wel uit”. Op het bureau werden mijn zakken geleegd, werd uit uitgebreid gefouilleerd, schoenen uit, alles verdween weer in de bekende gelabelde plastic tasjes, elk pasje uit de portemonnee werd weer afzonderlijk geadministeerd, het geld werd geteld -hoeveel briefjes van 10, van 20, van 50- en ik werd weggezet in een wacht-cel. Ik vroeg wat er in godsnaam aan de hand is. “U mocht daar niet filmen!” riep de agent die me juist had gefouilleerd. “Dat is onzin!” riep ik. “Dat is onjuist!” De aardige agent zei nog dat ze ‘met Joris Demm Justitie gingen bellen om te vragen wat er met mij moest gebeuren’. “Maar het gaat er toch om of mijn aanhouding rechtmatig is of niet?” probeerde ik nog. Inmiddels was duidelijk dat er sprake was een ‘2.2-tje’ waarbij werd verwezen naar een APV, een Algemene Politie Verordening. Dat is journalist ben speelde geen enkele rol.
Na 15 minuten werd ik uit de cel gehaald. De aardige agent bood zijn excuses aan. “We hebben niets tegen u kunnen vinden” zei hij. “U kunt gaan! Als ik van te voren had geweten dat we niet tegen u zouden hebben, had ik u niet gearresteerd.” Mooie woorden. Maar ik repliceerde: “Beste man, ik vind dit toch wat moeilijk te verkroppen. Temeer daar onze targets ons nu zijn ontsnapt. In feite komt het erop neer dat u ons het werk onmogelijk heeft gemaakt zonder daarvoor een wettelijke legitimering te hebben. Dat is best ernstig, temeer daar we juist zo’n aardig gesprek hadden voor het kantoor van Korver waarin ik u heb verteld waar we mee bezig zijn. Ook had u mij toch wel eerst moeten sommeren weg te gaan alvorens tot aanhouding te kunnen overgaan. Dat heeft u niet gedaan.” De agent was het daarmee wel eens. Vervolgens ontstond een gesprek van een minuut of 20 waarin een verbijsterend detail naar boven kwam.
Ik legde de agent uit dat ik als journalist in elk opzicht gerechtigd ben om iemand vragen te stellen -sterker nog: dat is mijn werk, mijn plicht- maar dat ik ook reeds als gewoon burger het recht heb te gaan staan waar ik wil. “Maar de advocaten vonden het vervelend dat u daar was” zei de agent. “Dan kom je toch in een belangenafweging terecht. Zij willen dat je weggaat, u wilt blijven. Je probeert dan als agent naar beide belangen te kijken.” “Maar beste man” zei ik, “Het enige waar het om gaat is de wet. Overtreed ik die? Nee. Er is dus helemaal geen sprake van een belangenafweging. U heeft nu trouwens alleen de belangen gediend van de advocaten en niet van mij.” Vervolgens legde ik hem uit dat journalisten nog veel verder mogen gaan dan posten voor een kantoor. “In Engeland kruipen de door de bosjes van de koninklijke tuinen om de tieten van Lady Di te kunnen fotograferen of dringen under cover ergens binnen. Alberto Stegeman vervalst allerlei papieren en weet ik wat meer…. En dat de advocaten het ‘niet leuk’ zouden vinden.. dat speelt geen enkele rol! Als journalist -als goede journalist- stel je zo vaak vragen aan mensen die dat ‘niet leuk’ vinden. Waar staat in de wet dat mensen het ‘leuk’ moeten vinden om met een journalist te maken te krijgen? Ik werd steeds bozer.
De agent vertelde toen, dat de mensen van ‘Justitie’ met wie was overlegd hadden gezegd dat ze een psychiater op mij af moesten sturen. De agent: “Daar zijn we niet op in gegaan. Leek ons totaal overbodig.” Ik liet de woorden even tot me doordringen. Hoe moest ik hierop verder reageren? “Ik ben heel blij dat jullie niet alles doen wat Justitie zegt” zei ik. “Er zitten een hoop idioten en perverts bij het OM. Als u de opdracht zou krijgen iedereen met een hazenlip te arresteren, wat zou u dan doen? Dan zit u met een gewetensconflict.” De agent volgde mijn analyse. “Ja, u lacht nu, maar u weet heel goed wat de politie deed met de Joden in de Tweede Wereldoorlog!” “Je hebt goede en slechte agenten, gezagsgetrouwe en die meer zelfstandig overwegen” zei hij. “In de oorlog waren er ook agenten die geen Joden oppakten. Maar de meeste deden het wel.”
Vervolgens stelde ik de onvermijdelijke vraag: “Wat gaan jullie nou doen als we morgen weer voor dat kantoor staan?” “Dat moet u niet doen” zei de agent. “Dan komen er grote problemen.” “Ik snap dat niet!” zei ik. “Er zijn krachten binnen Justitie” zei de agent. “Die advocaten laten het er niet bij zitten. Die hebben wegen die ze kunnen bewandelen.” Het was een intelligente en zeer ervaren agent. Hij wist waar hij over sprak. “We hebben trouwens wel van alles over u gevonden” vervolgde hij. “U heeft ooit vergelijkbare dingen gedaan.” Ik zei dat ik ooit was vastgezet -drie dagen en drie nachten- voor graffiti ’tegen Justitie’. “Daar heb je het al!” zei de agent die eraan toevoegde drie dagen cel voor graffiti wel extreem te vinden. “We hebben ze hier ook wel eens” zei hij. “Af en toe blijft er iemand een nacht. Maar dat is toch wel een uitzondering. De meesten krijgen een bekeuring. U krijgt trouwens geen bekeuring. U heeft niets fout gedaan. U kunt gaan.”