web analytics

Druk op Jensma neemt verder toe

KAT LICHT ONTVANKELIJKHEID NADER TOE BIJ RAAD

Raad voor de Journalistiek
Secretariaat
p/a Joh. Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Amsterdam, 22 februari 2006

Geachte mevrouw Koene,

Bij deze geef ik nog een nadere toelichting op de ontvankelijkheidsvraag in de aanloop naar de zitting dienaangaande d.d. 17 maart as.

De ontvankelijkheid van mijzelf heb ik reeds toegelicht in het klaagschrift zelf. Hier kan nog aan worden toegevoegd, dat de stellingname van F. Jensma dat ‘klager niet betrokken is bij de genoemde rubriek ‘de lezer schrijft de krant antwoord’ (de taalfout is van Jensma)’ reeds absurd is omdat het woord ‘lezer’ in de genoemde rubriek qualitate qua verwijst naar alle lezers van NRC Handelsblad. Hoe kan het zijn dat een rubriek die de ‘lezer’ nota bene in de naam voert blijkbaar geen ‘betrokkenheid’ van die lezer meebrengt? Dat Jensma deze stelling durft te betrekken geeft reeds aan tot welke onmogelijke paradoxen en spagaten hij zijn toevlucht moet zoeken.

Dan inzake de ontvankelijkheid van de Stichting Klokkenluideronline. Primair dient hier aan de orde te worden gesteld wat de Raad heeft overwogen in de zaak Kat/NRC Handelsblad 20-10-2005:

Klager heeft nog betoogd dat het ontvankelijkheidscriterium van de Raad meebrengt dat geen klacht kan worden ingediend tegen een publicatie waarbij geen individueel belang in het geding is. Dit betoog is niet juist. De Raad heeft herhaaldelijk overwogen dat indien met betrekking tot publicaties waarbij niet zo zeer een individueel belang maar eerder een collectief belang in het geding is, een klacht zou zijn ingediend door een rechtspersoon die – blijkens haar statuten – tot doel heeft de belangen van het desbetreffende collectief te behartigen, deze mogelijk wel ontvankelijk zou zijn. (vgl. onder meer: Destrée tegen Haarlems Dagblad, RvdJ 2005/25)

Daarnaast vloeit de ontvankelijkheid van de Stichting reeds voort uit de omstandigheid dat de Raad reeds vier zaken tegen de Stichting gegrond heeft verklaard, zij het dat er in een zaak sprake was van een gedeeltelijke gegrondverklaring. Het betreft hier de zaken met eisers Gerla, Van der Steenhoven, MDI en Escape. De zaak-Gerla heeft zelfs geleid tot baanbrekende jurisprudentie die ook internationaal veel aandacht kreeg. Als bewijzen hiervoor overleg ik publicaties uit Hongarije, Engeland, Belgie, Denemarken, de VS en Nederland. Tevens is bijgevoegd een publicatie van het International Press Institute. Ik denk niet dat een andere zaak ooit eerder zoveel internationale publiciteit heeft getrokken als deze waarin Klokkenluideronline partij was. Gezamenlijk voeg ik deze artikelen als Produktie 14 bij de klacht. Het zou wel blijkgeven van een buitengewone rechtsopvatting als de Raad alleen met (de Stichting) Klokkenluideronline geconfronteerd wenst te worden in de hoedanigheid van gedaagde terwijl de eisende rol de Stichting zou worden ontzegd.

Met vriendelijke groet,

Micha Kat

Print Friendly, PDF & Email
Share