Arrestatie Demmink’s Turkse ‘hitman’
Voormalig politie-topman intimideerde ook cruciale getuigen tegen Joris Demmink onder wie Mustafa Y.
Afgelopen maandag heeft de Turkse politie Emin Arslan gearresteerd op grond van verdenkingen van talloze drugs-delicten. Hier achtergronden. Arslan speelde als deputy national police chief een cruciale rol bij het vervalsen van het bewijsmateriaal tegen Baybasin (1996- 2002) waarbij hij werkte in opdracht van Joris Demmink, met name in nauwe samenwerking met Offcier van Justitie Hans Hillenaar. De zaak tegen Baybasin werd in elkaar gedraaid op initiatief van toenmalig premier Tansu Ciller die op deze manier een van haar grootste tegenstanders kon kalltstellen: ze chanteerde justitie in Den Haag met ‘pedofiel materiaal’ over Joris Demmink (achtergronden). In 2002 werd Baybasin veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. De arrestatie van Arslan die reeds jaren eerder van al zijn functies was ontheven geeft opnieuw aan hoe vastberaden de huidige Turkse regering is om af te rekenen met de duistere reactionaire krachten (Grijze Wolven, Energekon) die het land tot ver in de jaren 90 in de greep hielden maar waarmee het Nederlandse Ministerie van Justitie nog altijd een bizarre en alarmerende relatie onderhoudt. Een meer directe koppeling tussen Arslan en Demmink is erin gelegen dat Arslan twee cruciale getuigen heeft geintimideerd die hebben verklaard over Demmink’s kindermisbruik in Turkije:
het kind Mustafa Y. (zijn aangifte tegen Demmink bij het Landelijk Parket is nog steeds ‘levend’; FILMPJE) en de ‘veiligheidsman’ Mehmet K. die de opdracht had ‘alles voor Demmink te doen’ als deze in Turkije was, ook het ‘aanleveren’ van jongetjes (achtergronden). Via de Turkse journalist Burhan Kazmali kwamen de verklaringen van deze getuigen terecht in het Ek-rapport waarin de samenzwering tegen Baybasin op basis van de pedofiele gedragingen van Demmink in Turkije in detail is beschreven. Kazmali zelf werd ook door Arslan geintimideerd en geconfronteerd met pogingen tot omkoping. Het genoemde Ek-rapport is in het Nederlands vertaald door voormalig Zembla-journalist Sinan Can die eveneens werd geconfronteerd met doodsbedreigingen als hij zijn onderzoek tegen de ‘groep Demmink-Arslan’ zou voortzetten. De genoemde bedreigingen zijn op schrift gesteld door journalist Kazmali (hij werd media 2007 ook zelf gearresteerd om te voorkomen dat hij naar Nederland zou kunnen reizen om verklaringen af te leggen tegen Joris Demmink) die ondermeer schrijft dat beide getuigen de verklaringen tegen Joris Demmink dienen te herroepen en dat hen elk moment iets zou kunnen overkomen als zij dat niet doen.