Demmink-2 (deel 7): onderzoek te pijnlijk
In het dossier-Demmink 2 zit een verslag van een telefoontje van een bron vanuit het establishment. De tekst is als volgt:
Woensdag 15 oktober (2003), om tien over 11 ’s morgens, aan de telefoon meldt zich een man met een keurige ietwat geaffecteerde stem. Hij vertelt dat hij anoniem wil blijven, maar toch belangrijke informatie heeft. Hij wijst ons op het feit dat hij er zeker van is dat er indertijd een uitgebreid BVD-onderzoek heeft plaatsgevonden naar pedoseksueel gedrag van ambassadeur Hans Heinemann. Dat zou spelen in Cairo. De man geeft aan dat hij zowel Hans Heinemann als Joris Demmink goed kent. “We komen alle drie uit Leiden en ik kom ze hier in Den Haag nog wel eens tegen. Demmink zie ik dan in deftige nichtententen. Van hem weet ik dat Korthals-Altes zijn best voor hem deed omdat het partijgenoten zijn. In die periode wilde de promotie maar niet lukken. Ik meende dat Donner ook niet enthousiast over hem was en ik was dan ook verbaasd dat die hem uiteindelijk benoemde tot SG. Als je werkt binnen mijn dienst, dan hoor je wel eens wat. Zeker als je twee uitspraken met elkaar kunt combineren en die dan nog eens kunt checken aan die van een derde. Daaruit weet ik zeker dat bij het BVD-onderzoek het element ‘minderjarigen’ de belangrijkste rol speelde. De uitkomst van dit onderzoek was zo pijnlijk dat Buitenlandse Zaken er de voorkeur aan gaf het niet naar buiten te brengen. Ik raad u aan dit via de WOB toch naar boven te laten spitten. Als u gericht naar dat onderzoek vraagt, zou men het u niet mogen weigeren. Ik bel u volgende week nog wel eens op. Mocht u dan aanvullende vragen hebben, kan ik u misschien helpen.”
Het gaat hier dus om een uiterst pijnlijk onderzoek door de BVD naar pedoseksuele praktijken door voormalig ambassadeur Hans Heinemann. Van Heinemann is bekend dat hij samen met Joris Demmink pedo-seksclubs afschuimde te Praag waar Heinemann ambassadeur was. Heinemann werd trouwens eind 2004 al genoemd als kindermisbruiker door Kleintje Muurkrant samen met ondermeer oud-burgemeester Ed van Thijn. Het genoemde onderzoek kan een belangrijk licht werpen op de gedragingen van de ‘kindermisbruikers-club’ van ‘hoogwaardigheidsbekleders’ en zou dus inderdaad via een WOB-procedure moeten worden opgevraagd.