Defensie in rep en roer: boek over landmijnenschandaal op komst
AUTEUR WORDT OOK AL MET DE DOOD BEDREIGD
De Stentor/ Zwolse Courant publiceerde afgelopen week een interview met de vader van de auteur, Jan Nijeboer over de aanstaande publicatie van het boek Een man tegen de Staat. De oud-politieman waakt over de dossiers die zoon Nijeboer in zijn bezit kreeg tijdens zijn onderzoek naar misstanden in de zaak-Spijkers. Dat is hard nodig, want bedreigingen en intimidatie zijn niet van de lucht. Enkele citaten uit het artikel uit de Stentor. Auteur van het artikel is de Zwolse journalist Jelle Boonstra.
Oppassen, meldt Jan Nijeboer (61) uit Zwolle door de telefoon. ‘Grote kans dat dit gesprek wordt afgeluisterd’. En thuis in Westenholte, een dag later, spreekt hij de vrees uit dat z’n huis wel eens tot de grond toe zou kunnen afbranden. Nijeboer waakt over ordners vol ‘geheime informatie’ over de zaak Fred Spijkers, de klokkenluider die al 23 jaar een verbeten gevecht met defensie voert. Zoon Alexander schrijft er een boek over en ook hij is nu mikpunt van intimidatie en bedreiging.
‘Ik zorg voor de beveiliging van de documenten, zodat een kwaadwillende organisatie als het ministerie van defensie ze niet van ons kan stelen. Ik hou er rekening mee dat ze een misdadige poging ondernemen om de informatie te vernietigen. Iedereen kent witte-boorden-criminaliteit, maar er is ook groene-boorden-criminaliteit, da’s me wel duidelijk’.
Opmerkelijke uitspraken voor een oud-politieman, die als dreigingsanalist bij de regiopolitie IJsselland werkte en er als bomexpert voor moest zorgen dat Willem Alexander en Mà xima veilig waren tijdens hun werkbezoek aan Overijssel (als bedankje was hij in de Beurs van Berlage genodigde bij hun huwelijk.) ‘Paranoïde? Ik? Welnee, ik ben nuchter als wat, maar ik weet hoe het spel werkt.’
Nijeboer over de strijd van Fred Spijkers nadat hij op 29 november 2002 samen met de staatssecretaris van Defensie een vaststellingsovereenkomst had ondertekend:
‘De strijd is gewoon doorgegaan, Spijkers kreeg een belastingaanslag voor negen ton – die pas deze maand van tafel is gehaald – de kwalijke passages staan nog gewoon in zijn dossier. Zijn naam is dus allerminst gezuiverd. Zijn uitkering is nog steeds niet hervat. Vorig jaar bleek hoe staatssecretaris Van Hoof de klokkenluider Spijkers in een eerder stadium van de strijd met harde bewoordingen had gedreigd: “Wanneer jij deze stukken naar buiten brengt, dan heb ik een wapen dat voor jou absoluut en onherroepelijk dodelijk is”. En ik heb interne stukken waaruit blijkt dat de goede behandeling slechts is bedoeld voor uiterlijk vertoon, intern is de grimmigheid gebleven.’
(…) ‘Sinds mijn zoon met de zaak bezig is, wordt ook hij geïntimideerd en met de dood bedreigd.’
Zoon Alexander is theaterrecensent van de Volkskrant en onderzoeksjournalist. In de Nieuwe Revu schreef hij al eerder over de zaak en in november is zijn boek erover klaar dat ‘Een man tegen de staat’ gaat heten. Uit de Revu wordt al duidelijk waarover het boek gaat: over de grote belangen achter de ontwikkeling van de granaat – een Nederlands product. (…) ‘Dat wordt in het boek ontvouwd, en alles wordt ondersteund door documenten’, zegt vader Nijeboer. ‘Die goedkeuring is de spil waar alles om draait, ook van de cover-up die later is gekomen.’
Defensie doet veel moeite om de deksel op de put te houden: ‘Staatssecretaris Van de Knaap heeft alle stukken in de zaak Spijkers in het Rijksarchief gelegd, de deur gaat 70 jaar op slot. Maar we hebben delen van die geheime stukken – want kopietjes lagen her en der nog in Nederland.’ (… ) Dat defensie publicatie vreest is zonneklaar, zegt Nijeboer. ‘Anderhalve week lang stond er dag en nacht een auto bij m’n zoon voor de deur, hij werd permanent in de gaten gehouden.’
Intimidatie – je kunt net zo goed een blauw zwaailicht op het dak van zo’n auto zetten. ‘Een echte observatie zie je namelijk niet, die heb je echt niet in de gaten. Iemand zichtbaar voor je deur posteren, dat doe je slechts als waarschuwing. Pas op, we houden je in de gaten. Het moet ze menens zijn, dagenlang voor de deur, dat kost wat! Dat heeft men er dan toch voor over.’
En tientallen malen rinkelde de telefoon bij Alexander. Dag en nacht. De boodschap: ‘Nijeboer, ik zou er maar mee stoppen, een ongeluk zit in een klein hoekje’. Enkele seconden maar – en daarmee ontraceerbaar. ‘En elke keer als hij met iemand gesproken had, rinkelde dáár thuis de telefoon: “Pas op, het is heel onverstandig van u om met Nijeboer te praten.”‘
(…)
‘Wat ze nog met de papieren moeten als het boek bij wijze van spreken al op de drukpers ligt? Een boel. De stukken zijn de basis van het boek, ze leggen de mechanieken bloot waarmee de waarheid rond het ongeluk na 1984 onder tafel is gehouden. Als het boek klaar is, zal de strijd nog lang niet gestreden zijn. Als er een proces komt, daar reken ik ook wel op, dan zul je de beweringen zwart-op-wit moeten aantonen. Dan kun je niet aankomen met: ja maar edelachtbare, we hadden van alles, maar dat is nu allemaal helaas weggeraakt.’
© Wegener.NV 2006, auteur: Jelle Boonstra