Behandeling ontvankelijkheid NRC-klacht
RAAD BESLIST ACHTER GESLOTEN DEUREN OVER ONTVANKELIJKHEID KAT
Gisteren behandelde de Raad voor de Journalistiek het geschil tussen Micha Kat en Folkert Jensma over de vraag of Kat ontvankelijk is in zijn klacht tegen NRC Handelsblad over bedrog van de lezer. Zowel Kat als Jensma hadden hun positie in een kort schriftelijk stuk uiteengezet. Kat benaderde de Raad met de vraag of hij tijdens de behandeling nog een toelichting mocht geven, maar dat mocht niet.
“De zaak wordt schriftelijk afgedaan” meldde een telefoniste na navraag te hebben gedaan bij de voorzitter. “Dat betekent dat er geen mensen worden toegelaten.” Schriftelijk afgedaan? Er is toch een zitting? Er is toch een tafel met daaromheen mensen, leden van de Raad voor de Journalistiek? In welk artikel van het reglement is deze ‘schriftelijke behandeling’ verankerd? Kat kreeg als antwoord op al deze vragen een op de haak geslingerde hoorn.
De zaak is van eminent rechtsvormend belang, want als wordt vastgesteld dat Kat niet ontvankelijk is kan niemand meer een klacht indienen over een artikel vol leugens van algemene strekking. Als er dus tijdens de verkiezingen van 2007 evident wordt gefraudeerd en op internet foto’s circuleren van stembussen die in de gracht worden gekieperd, kan NIEMAND bij de Raad klagen als NRC schrijft: de verkiezingen zijn vlekkeloos verlopen!
We wachten af.