Begin van eerherstel voor Fred Spijkers
FRED SPIJKERS KRIJGT RIDDERORDE
“Niet iedereen bij Defensie was daar even blij mee” zei staatssecretaris Cees van der Knaap (CDA) op 27 november in het voorlichtingscentrum van Defensie in Den Haag. Met deze verkapte ‘schuldbekentenis’ verwees de bewindsman naar de jarenlange tegenwerking en zwartmakerij door zijn ministerie van ‘klokkenluider’ Fred Spijkers. Van der Knaap reikte Spijkers de versierselen die horen bij de benoeming tot ridder in de orde van Oranje Nassau. Het is de eerste concrete invulling van de toezegging die Van der Knaap een jaar geleden aan de Tweede Kamer deed om aan de al negentien jaar voortslepende kwestie een einde te maken.
Bedrijfsmaatschappelijk werker Spijkers werd in 1984 naar Marjolein Ovaa gestuurd, een jonge moeder met twee kinderen, om haar de dood van haar man als gevolg van een exploderende mijn aan te zeggen. Bovendien moest hij haar duidelijk maken dat Rob Ovaa, een technisch specialist, door eigen onvoorzichtigheid was omgekomen. Dit terwijl Defensie wist dat de mijn in kwestie, de AP-23, ondeugdelijk was. Een jaar eerder had een ongeval met zo’n mijn al zes dienstplichtigen het leven gekost en anderen ernstig verwond.
In plaats van zich voor het karretje van Defensie te laten spannen, begon Spijkers een strijd om de waarheid, die hem tenslotte zijn baan kostte. Rechter H.Vermeulen van de Centrale Raad van Beroep bevestigde zijn ontslag in hoogste instantie. Later bleek deze rechter in een vorige functie bij het dossier van Spijkers betrokken te zijn geweest. (zie ook het artikel ‘Meer puinhopen van paars’ op deze site).
Na afloop van zijn speech stelde een verslaggever van actualiteitenrubriek Netwerk aan de staatssecretaris enige kritische vragen over de moeizaam verlopende onderhandelingen omtrent Spijkers’ schadevergoeding en over diens aanduiding als ‘politieke crimineel’ in de archieven. Daarop beende Van der Knaap hevig geirriteerd weg. Het ziet er dus nog niet echt naar uit dat het einde van de kwestie Spijkers al in zicht is. Overigens was er geen landelijk dagblad dat deze unieke ceremonie belangrijk genoeg vond voor een bericht. Dezelfde dag werd ook de weduwe Marjolijn Ovaa geeerd met een koninklijke onderscheiding.