web analytics

Artikel over chantage-Demmink in Turkse krant

EEN ONTSTELLEND DOCUMENT EN SCHOKKENDE VERKLARINGEN IN DE ZAAK BAYBASIN

Anadolu haber grubu, maandag 29 mei 2006

met dank aan kleintje muurkrant
Het Anadolu Nieuwsagentschap heeft de geheime onderhandelingen en betrekkingen aan het licht gebracht, volgend op de aanhouding en gevangenhouding in maart 1998 van Hüseyin Baybasin in Nederland. Anadolu Nieuws heeft de hand kunnen leggen op het document, waaruit blijkt, welke besprekingen en onderhandelingen gevoerd zijn door de bende, die zich stoorde aan de uitlatingen die door Baybasin in die periode werden gedaan met betrekkng tot de internationale dugshandel. (koptekst naast de foto met opschrift: Schokkende beweringen afkomstig van Baybasin)

In het document met briefhoofd van het Nederlandse Ministerie van Justitie, waarop Anadolu Nieuws de hand heeft weten te leggen, worden de onderhandelingen tussen bevoegde instanties in Nederland en Turkije met betrekking tot de bende gedocumenteerd. In het document van 15 Juli 1997 met briefhoofd van het Nederlandse Ministerie van Justitie en waaruit blijkt dat door het team, dat binnen het ministerie met de operatie belast was, al eerder telefoongesprekken gevoerd werden, wordt de onderhandse afspraak gedocumenteerd met de volgende uitlating: “Het dossier – Baybasin wordt door de Turkse autoriteiten als een drukmiddel gebruikt om een andere zaak tot oplossing te brengen, die op het ogenblik deel uitmaakt van een uitwisseling van meningen. Omdat de heer Demmink donderdag met vakantie gaat, zullen wij trachten uiterlijk voor donderdag de ministeriële beschikking gereed te hebben.” De zaak, die tegenover de Turkse autoriteiten als drukmiddel gebruikt werd, heeft te maken met de in het document genoemde Joris Demmink.

In de hiërarchie van het Nederlandse Ministerie van Justitie vervult deze Demmink (zie foto) de functie van Secretaris-generaal van de Officieren van justitie, de tweede persoon in rang na de minister. Demmink’s naam is buiten zijn officiële functie in de pers ook bekend geworden door de schandalen met betrekking tot sexuele betrekkingen, die hij zou onderhouden met minderjarige kinderen en jongemannen.

Toen de scandaleuze sexueel getinte ‘parties’ van Demmink in de Tsjechische republiek en in Roemenië in de Nederlandse pers breed uitgemeten begonnen te worden, werd gepoogd hieraan een einde te maken door een publicatieverbod in te stellen en daarmee de zaak te verhullen. Bovendien had Demmink al eerder dergelijke ‘parties’ in Turkije gerealiseerd volgens een andere informatie die Anadolu Nieuws bereikte, maar die nooit tot de Nederlandse pers is doorgedrongen. In het jaar 1995 was bij zulk een ‘party’ in Bodrum ook de plaatselijke politie gealarmeerd, doordat schoten gehoord werden. Er wordt bericht dat door de Turkse veiligheids- en inlichtingendiensten gedetailleerde gegevens zijn opgeslagen over deze ‘party’, die georganiseerd was met behulp van handlangers van bevoegde autoriteiten in Turkije en van de bende die in internationale drugshandel zat. Doordat de poot van de bende in Turkije gestoord werd door de uitlatingen van Baybasin terzelfder tijd over hun internationale drugshandel werd deze gebeurtenis als een dreigement gebruikt. Het complot, dat zich van schakel tot schakel aaneenreeg, ontwikkelde zich aldus tot een operatie van internationale belangengroeperingen, die het internationale drugsverkeer controleren.

Ook al gaat het complot terug tot 1995 toen Hüseyin Baybasin de eerste keer naar Nederland kwam, toch zijn de eerste concrete stappen in het jaar 1996 gezet. In die periode had Baybasin in uitlatingen tegenover de Turkse tv en kranten over de uit het Midden-Oosten naar Nederland lopende drugssmokkel in de bende grote onrust veroorzaakt. De bevindingen wijzen erop, dat de voorbereiders van het complot wilden, dat “de zogenaamde strafbare feiten in Turkije voorbereid waren, maar in Nederland strafrechtelijk zouden worden vervolgd.” Toen bleek, dat Baybasin, die kort na binnenkomst in Nederland in 1995 werd aangehouden, niet naar Turkije werd uitgeleverd, werd in 1996 op de knop gedrukt en nam het verkeer tussen Turkije en Nederland voor het complot een aanvang. Aan Nederlandse zijde werd het weefsel voorbereid door de Minister van Justitie Sorgdrager en haar assistent Joris Demmink en van Turkse zijde door de toenmalige Directeur van Politie Mehmet Agar, die door Baybasin ervan was beschuldigd, in het verleden samen met hem de drugshandel te hebben voorbereid en zijn assistent Ferruh Tankus.

De Nederlandse Minister van justitie Sorgdrager had in het begin van 1997 met de toenmalige Minister-president Çiller gesproken en Çiller had, omdat ook zij door Baybasin werd beschuldigd, de wens uitgesproken, Baybasin “het zwijgen op te leggen” Volgens de ingewonnen informatie brengt Ciller vervolgens het dossier – Demmink ter tafel. Inderdaad werd juist in die tijd bericht, dat Demmink “in Tsjechie en Roemenie met minderjarigen sex gehad heeft” Bovendien is Sorgdrager, als directe baas van Demmink nog op een ander punt in de problemen geraakt, omdat juist in die periode via geheime kanalen een partij cocaine van 15 ton Nederland is binnengesmokkeld. Nederland is, zoals bekend een belangrijk centrum in Europa voor de drugssmokkel en een land waar in de ‘cafe’s’vrijelijk hashish als ‘soft drug’ verkocht wordt. De Nederlandse staat ontvangt van die verkoop middels belastingheffing een groot inkomen. In verband met de 15 ton cocaine laat Sorgdrager via de pers weten, dat “bevoegde instanties mij hebben gezegd dat het niet om cocaine, maar om hashish ging” waarmee ze de geruchten enerzijds toegeeft, maar anderzijds door te zeggen dat hashish immers vrij is, verwachtte zij dat daarvoor geen straf zou worden opgelegd.

Conform de genomen beslissing geeft Demmink aan de Officier van Justitie Hillenaar de opdracht, met Ferruh Tankus te gaan praten. Dit gesprek vindt plaats zes tot zeven maanden eerder dan de arrestatie van Baybasin in maart 1998. Het gesprek vindt plaats na dat tussen Sorgdrager en Çiller en in het gesprek Hillenaar-Tankus wordt gepland om “een operatie te realiseren, welk strafbaar feit voor Baybasin kan worden geconstrueerd.”

Volgens dit plan is Turkije het land waar de strafbare feiten worden gepleegd en Nederland het land waar de vervolging daarvoor plaatsvindt. Terwijl de politie-organisaties in beide landen normaal hun werk doen, vordert het plan met de dag. Het doel: Hüseyin Baybasin, die uitlatingen deed over de “Super – Nato,die zich met de internationale drugssmokkel bezighoudt” het zwijgen op te leggen, de smokkel op een ongestoorde manier te laten voortduren en daardoor de controle op Turkije, waar zich de route van de drugshandel bevindt, te vergroten. “Door bemiddeling van de met Tankus gevoerde gesprekken uit Turkije” wordt het door de veiligheidsorganisaties van Turkije van het jaar 1989 tot dan toe gevolgde en afgeluisterde telefoonverkeer van en met Baybasin uit het arcief aan Nederland gegeven. Door deze gesprekken onder de loupe te nemen en uit de gesprekken van voor 1990 te “oogsten” en deze dusdanig te “monteren”, dat het lijkt alsof ze na 1997 hebben plaatsgehad, wordt een scenario geformeerd. De op de afgeluisterde telefoongesprekken toegepaste methode van “oogsten” en “monteren” is door internationale instellingen van deskundigen bewezen ( expertise-rapporten van B.R.Dickey dd. 11 April 2003 van de instelling genaamd DABRE, van de deskundige ingenieur J.M.van de Ven dd. 27 Juni 2004 en van John Beerends van de instelling TNO Telekom Delft dd. 6 December 2004). Voordat aan de rechter, die het bevel tot gevangenhouding tegen Baybasin afgaf, deze telefoongesprekken werden getoond, werd de rechter als “ïnformatie” verteld, dat Baybasin bij het met 20 ton drugs aangehouden schip de Lucky S “als verdachte gezocht” werd.
Hoewel bij de meest eenvoudige onderzoeking al had kunnen blijken, dat destijds Baybasin destijds helemaal niet gezocht werd in verband met de zaak van de Lucky S.

Hoewel de Officier van justitie Hillenaar allereerst verzweeg, dat hij met Tankus gesproken had, werd hij toen hij op de terechtzittingen van 21 en 22 Oktober 2001 als getuige plaats moest nemen, gedwongen dit toe te geven. Maar hij zei: “Wij hebben toen niet over het probleem Baybasin gesproken.” Als reden daarvan gaf hij aan dat Tankus destijds nog geen chef van de Narcotica-brigade was. Als hij gezegd had: “Ja we hebben over dat onderwerp gesproken”dan zou men zich wel hebben afgevraagd wat zij bespraken, als het niets met de zaak Baybasin te maken had !

Dat de telefoongesprekken, die de bron vormen voor de veroordeling van Baybasin, via “montage” van de afgeluisterde gesprekken aan elkaar geschakeld werden en dat daarmee en scenario werd ontworpen, is naderhand door de op dat terrein deskundige specialisten en instellingen gedocumenteerd. Ondanks het feit dat twee afzonderlijke expertises van een Nederlands en een Amerikaans bedrijf documenteren “dat de registratie van de telefoongesprekken op ernstige wijze vervalst is” wordt een en ander door de veroordelende rechtbank niet in aanmerking genomen. Bovendien worden bij die “montage “nog vele in het oog springende fouten gemaakt.

Bijvoorbeeld: de afgeluisterde gespreksregistratie van Baybasin met zijn advocaat uit het jaar 1993 wordt in het ontworpen scenario als gevoerd in het jaar 1997 voorgesteld. Maar zelfs een brief van de advocaat, met wie Baybasin het gesprek voerde en waarin hij uiteenzet dat hij dit gesprek met zijn client in het jaar 1993 voerde, wordt door de rechtbank genegeerd.

DE BEVOEGDHEDEN VAN DE TURKSE RECHTBANK WORDEN GEROOFD

Het scenario, dat voor Baybasin ontworpen wordt en dat als reden voor zijn veroordeling wordt aangevoerd berust op twee voorvallen, het vermoorden van een persoon in Istanbul in het jaar 1997 ten gevolge van ‘uitlokking’door Baybasin en een partij heroine van 22 kilo, die bij de grenspost Kapikule bij Edirne in beslag wordt genomen. Voor wat betreft de moord wordt Baybasin in de rol van aanstichter afgeschilderd door de ‘overtuiging’ die tot stand komt uit de telefoongesprekken, die Baybasin met de zogenaamd op zijn uitlokking vermoorde persoon heeft gevoerd. Maar bij de Rechtbank voor Zware Strafzaken te Bakirköy, die de zaak behandelt wordt de zogenaamd door Baybasin ‘uitgelokte’ persoon Y.Yavuztürk vrijgesproken. Terwijl Baybasin dan normaal gesproken ook vrijspraak had moeten krijgen, wordt de overbrenging van Baybasin uit de gevangenis voor het benodigde verhoor in de procedure door de Nederlandse autoriteiten verhinderd. De Rechtbank voor Zware Strafzaken te Bakirköy wil het dossier kunnen afsluiten en verzoekt via officieel schrijven aan Nederland om dan daar een verklaring van Baybasin te mogen afnemen, maar ook dat wordt negatief beantwoord.

Twee Roemenen, die bij de grenspost Kapikule bij Edirne worden aangehouden met de 22 kilo heroine worden, zonder dat daar een officieel bevel voor is, met grote spoed naar Istanbul overgebracht en deze Roemenen, die geen Turks spreken, worden daar verhoord door een daar werkzame politieagent. Ten gevolge van ingesteld onderzoek blijkt naderhand, dat de politieagent, die zijn handtekening onder het proces-verbaal zette als tolk, helemaal geen Roemeens kent. De als verdachten gehoorde Roemenen verklaren later dat zij hun in het Turks gestelde verklaringen moesten tekenen, maar dat zij Baybasin helemaal niet kennen. Anderzijds kan ook uit de geregistreerde telefoongesprekken niet worden vastegesteld dat er van enige verbinding tussen Baybasin en deze twee Roemenen sprake was.

Anadolu Nieuws heeft kunnen vaststellen dat de bij de betrokken operatie werkzame functionarissen in ieder van beide zaken een groot aantal wetsovertredingen begaan hebben. Een daarvan is, dat de persoon genaamd Hüdai Sayin, die als leidinggevende optrad, na deze operatie een beurs gekregen heeft en in Nederland aan de Universiteit van Utrecht en de F.Alexander Universiteit onderwijs gevolgd heeft. Anadolu Nieuws heeft dit gedocumenteerd en de gegevens staan zelfs op de officiële internetsite van de politie.
Ook is aan het licht gekomen en in verschillende persorganen gepubliceerd, dat dezelfde functionaris als mol gewerkt heeft voor Urfi Çetinkaya, die momenteel in de gevangenis een straf uitzit voor heroinesmokkel.
Baybasin is momenteel dank zij de uit de afgeluisterde telefoongesprekken geconstrueerde ‘strafbare feiten’ tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld in Nederland. Hoewel de telefoongesprekken vervalst zijn en bestaan uit gesprekken die jaren eerder gevoerd zijn dan de data van de ten laste gelegde feiten en om die reden “als juridische bewijs niet gebruikt zullen kunnen worden”volgens de daaromtrent uitgebrachte deskundigenrapporten, is hij toch veroordeeld. Hij heeft een periode van zes jaar “onder verzwaard isolement” in een bijzinder type gevangenis moeten doorbrengen, hetgeen ook al weer in strijd is met de Nederlandse wetten.

Baybasin zegt: “Wat mij overkomen is, is gebeurd omdat ik gesproken heb over de internationale drugssmokkel, die een pest voor Turkije is geworden.” En hij vervolgt:
De drugssmokkel is niet alleen een zaak van smokkel; via deze weg wordt ook getracht Turkije te destabiliseren en onder controle te brengen. Ik heb steeds Turkije gediend en mij opgesteld tegenover de vijanden van Turkije. Bijna alle staten in het Westen hebben belangen bij de drugshandel. Via de door Turkije verlopende drugssmokkelroutes trachten zij de binnen de staat werkzame drugsbendes te versterken en de destabilisatie ook een etnische component te geven. Ik ben bestraft, omdat ik geprobeerd heb Turkije te helpen tegen de terreur van de PKK waarmee Turkije te maken kreeg.”

Print Friendly, PDF & Email
Share